Suriname kruipt langzaam uit een diepe recessie en de regering van president Chandrikapersad Santokhi, had weinig andere keus dan te beginnen met het herstructureren van de enorme schuldenlast van het land toen ze in juli 2020 werd gekozen. De regering, die in december van de Executive Board van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) toestemming voor haar Extended Fund Facility (EFF) verkreeg, kondigde deze week in een update aan de crediteuren aan, dat zij de herstructurering voor maart wil afronden. Hoewel het slechts om twee internationale obligaties gaat, zou het schuldherstructureringsproces lessen voor de wereld kunnen opleveren. De recente offshore olie ontdekkingen kunnen de economie transformeren. Uiteraard willen de obligatiehouders dat dit wordt weerspiegeld in de economische projecties, maar deze olie-inkomsten zullen waarschijnlijk pas op zijn vroegst in 2025 of 2026 worden gerealiseerd, wat betekent dat creativiteit vereist zal zijn. Hierdoor kan de schuldherstructurering van Suriname mogelijk een fascinerende case study worden voor de herstructurering van staatsschulden. Global Capital sprak onlangs in het kader hiervan exclusief met minister van Financiën Armand Achaibersing en de minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, Albert Ramdin.
Volgens Achaibersing vinden de onderhandelingen over schuldherstructurering doorgaans plaats te midden van grote onzekerheid en komen meningsverschillen over de economische vooruitzichten van het debiteurenland vaak voor. ‘’Maar Suriname doet er alles aan om die te minimaliseren. Onze strategie is gericht op voortdurend overleg met obligatiehouders en andere belanghebbenden. Tegelijkertijd zetten wij ons sterk in voor fiscale consolidatie die eveneens verankerd is door een IMF-programma. Obligatiehouders hebben deze best practice benadering erkend, zoals u kunt zien toen ze instemden met het uitstellen van betalingen. Echter, het is waar dat veel obligatiehouders zich misschien niet realiseerden hoe groot de economische onevenwichtigheden van Suriname waren en welke aanpassingen nodig waren om de overheidsschuld op een houdbaar pad te brengen. Vergeet niet dat de regering van president Santokhi een slecht beheerde economie heeft geërfd, met verstikkende staatsschulden en bovendien de extra last van Covid-19 op zich heeft moeten nemen. Om u een idee te geven: tussen 2010, toen ex-president Bouterse aantrad, en in 2020, steeg onze staatsschuld van 15 procent tot maar liefst 148 procent van het bbp”, aldus Achaibersing.
‘’In 2019 had de vorige regering Bouterse obligaties met een looptijd van vier jaar uitgegeven tegen een duizelingwekkend hoge rente van 12,875 procent. Vervolgens schreef toenmalig presidentskandidaat Santokhi, een openbare brief aan obligatiehouders waarin hij de onhoudbare aard van dergelijke schulden aangaf. “Wij zijn consequent geweest in onze bereidheid om deze schuld te erkennen- hoewel het IMF heeft gezegd dat de staatsschuld van Suriname onhoudbaar is, zelfs onder de maximaal haalbare fiscale aanpassing in de komende 15 jaar. Dus om houdbaarheid van schuld te bereiken, heeft Suriname belangrijke schuldverlichting nodig van particuliere en officiële schuldeisers. We hebben onze aanpak gebaseerd op drie pijlers: eerlijke en billijke behandeling van alle schuldeisers, te goeder trouw zijn en constructieve dialoog en een duurzame schuldoplossing binnen het schuldhoudbaarheidskader van het IMF”, zegt de minister van Financiën. ‘’Obligatiehouders kunnen onze toewijding aan deze principes zien’’, benadrukt Achaibersing. “Bijvoorbeeld wanneer wij al onze schuldcijfers hebben gepubliceerd voor iedere crediteur. Dit is iets wat maar weinig regeringen doen. Wij hebben contact gehouden met schuldeisers om hun feedback te verzamelen en hebben financieringsgaranties gekregen van alle officiële schuldeisers. Wij zijn ook bezig met verdere gegevensuitwisseling en dialoog met de financiële en juridische adviseurs van het obligatiehouders comité, evenals met de obligatiehouders zelf, en zullen dit blijven doen naarmate we verder gaan met de volgende fase van het herstructureringsproces.”
Eerlijke benadering
De minister van Buitenlandse Zaken, Albert Ramdin, geeft aan dat de bilaterale schuld van Suriname 20 procent bedraagt van het bbp. ‘’De schuld aan China is de grootste component, namelijk 17 procent van het bbp. De schuld aan de Club van Parijs bedraagt ongeveer 2 procent, terwijl we ongeveer 1 procent van het bbp aan India verschuldigd zijn. China en India steunden het proces op alle momenten: de twee landen hebben hun bereidheid uitgesproken om te werken aan de oplossingen voor de schuldenproblematiek en uiteindelijk hebben beide landen het IMF de nodige garanties gegeven. We hebben ons perspectief; zij hebben hun eigen realiteit. We begrijpen hun situatie. Maar ze hebben de hele tijd aangetoond dat ze Suriname zullen steunen, en we kijken ernaar uit om onze samenwerking met onze officiële schuldeisers over herstructureringsoplossingen voort te zetten. Er zijn technische onderhandelingen gaande, maar we zullen een oplossing vinden. Alle partijen zijn op de hoogte van de offers die Suriname heeft moeten brengen en weten dat een eerlijke benadering vruchten zal afwerpen.”
Huidige schulden
“Op basis van Suriname zijn ervaring, zou ik twee aspecten van de huidige schuldarchitectuur willen aanstippen die voor verbetering vatbaar zijn. Er is een gebrek aan multilaterale steun voor kleine economieën die geen IDA-lid (International Development Association, red.) zijn en in economische problemen zijn geraakt. De pandemie heeft hun bestaande kwetsbaarheid qua schulden verergerd, en naarmate de covid-crisis voortduurt en het monetaire beleid van de Amerikaanse Federal Reserve krapper wordt, zullen de solvabiliteitsproblemen van deze kleine niet-IDA-economieën steeds meer op de voorgrond treden. G20-lidstaten moeten initiatieven ontwikkelen en aannemen die gebruikmaken van SDR’s om financiële steun te bieden, transparantie van data te blijven stimuleren en een eerlijke verdeling van de lasten tussen alle schuldeisers te bevorderen. Het zou waarschijnlijk de deelname van schuldeisers verhogen en kostbare vertragingen voorkomen. Het negeren van solvabiliteitsproblemen maakt ze alleen maar erger’’, aldus Ramdin.
‘’Ten tweede moeten we de lange vertraging benadrukken tussen het bereiken van de IMF Staff Level (SLA) goedkeuring en de uiteindelijke goedkeuring van de IMF Executive Board. Het programma van Suriname werd acht maanden nadat het land een SLA had bereikt naar de IMF Board gebracht, hoewel Suriname allang alle vereiste economische hervormingen vóór het programma had voltooid. Ik moet zeggen dat de IMF Staff, het management en de Executive Directors van het IMF, zeer ijverig waren. Maar ze werden zwaar beperkt door de IMF-besluitvormingsregels.”
Bron: https://www.globalcapital.com/article/29opqjqx7dov82662s4jk/emerging-markets/em-latam/suriname-to-offer-creditors-oil-linked-bonds-sees-unique-esg-opportunity-in-restructuring