President Chandrikapersad Santokhi heeft maandag 7 februari op zijn kabinet, de commissie Breed Welzijn voor de Mens met een Beperking, geïnstalleerd. De commissie is voor twaalf maanden ingesteld en is belast met het aanpassen van de wetgeving in relatie tot de mens met een beperking, zodat Suriname in lijn is met de regelgeving van het VN-verdrag inzake rechten van personen met een beperking. Suriname heeft het verdrag op 29 maart 2017 geratificeerd.
Na een noodkreet van de Organisatie Wan Okasi, die opkomt voor de belangen van mensen met een beperking, nam de president het initiatief om de commissie in te stellen. De voorzitter van Wan Okasi, Anniel Koendjbiharie, die ook lid is van de commissie, zei eerder dat er te weinig in ons land gedaan wordt voor de mensen met een beperking.
De commissie bestaat uit elf functionarissen die onder andere worden belast met het identificeren van knelpunten bij personen met een beperking. Hiervoor zal er ook vanuit de verschillende ministeries gewerkt worden aan het vormen van het beleid. Het gaat om de ministeries van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken; Sociale Zaken en Volkshuisvesting; Openbare Werken en het ministerie van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie.
Het is de bedoeling de zelfstandigheid bij mensen met een beperking zoveel mogelijk te vergroten. Om dit te bereiken zal er worden gewerkt aan de aanpassing van de infrastructuur en het toegankelijk en betaalbaar maken van transport voor deze groep. Daarnaast dienen verschillende hulpmiddelen beschikbaar te worden gesteld, alsook deskundigen voor het trainen van mensen met een beperking. Op het gebied van onderwijs zal een curriculum met bijbehorend lesmateriaal voor middelbaar en hoger niveau worden ontwikkeld voor studenten die motorisch en zintuigelijk beperkt zijn.
Er is ook gedacht aan het creëren van huisvesting en werkgelegenheid voor degenen die dat willen en kunnen. Verder moet er gewerkt worden aan de verbetering van de medische zorg, zowel lichamelijk als mentaal, door het beschikbaar stellen van voldoende zorg en begeleiding.
