De ‘mildere’ resultaten van infectie door de Omicron-variant van SARS-CoV-2 zijn waarschijnlijk te wijten aan meer immuniteit van de bevolking dan aan de eigenschappen van het virus, aldus onderzoekers in de VS. De Omicron-variant werd eind november 2021 voor het eerst gedocumenteerd in Botswana en Zuid-Afrika. Vergeleken met eerdere varianten, resulteerde Omicron in opmerkelijk lagere ziekenhuisopnames en sterftecijfers, waardoor sommigen tot de conclusie kwamen dat de variant minder ernstige uitkomsten veroorzaakt of minder virulent is dan de vorige varianten.

In een perspectiefartikel, gepubliceerd in het New England Journal of Medicine, merkten onderzoekers op dat de waargenomen lagere ernst van Omicron-infecties hoogstwaarschijnlijk te wijten is aan factoren die verband houden met het niveau van immuniteit bij geïnfecteerde mensen.

Tegen het einde van 2021 was een groot deel van de Zuid-Afrikaanse bevolking tijdens eerdere golven van de pandemie gevaccineerd of waarschijnlijk besmet met een andere variant. De onderzoekers van het Massachusetts General Hospital en de Harvard Medical School in de VS stellen dat eerdere blootstelling waarschijnlijk de ernst van een volgende Omicron-infectie zou hebben verminderd.

De mildere symptomen kunnen ook gedeeltelijk te wijten zijn aan het vermogen van Omicron om doorbraakinfecties en herinfecties te veroorzaken, ook bij mensen met een sterker immuunsysteem die beter zijn toegerust om een infectie te bestrijden, zeiden ze.

Volgens de onderzoekers is de situatie in Zuid-Afrika intrinsiek anders dan die van andere landen – vooral de jonge leeftijd van de bevolking – wat betekent dat Omicron zich anders zou kunnen ontwikkelen in andere populaties over de hele wereld. Op basis van hun analyse benadrukken de onderzoekers dat zoveel mogelijk mensen wereldwijd moeten worden gevaccineerd en dat degenen die het meest vatbaar zijn voor ziekten een derde booster-injectie moeten krijgen. “Er moet een hernieuwde druk komen om degenen die nog niet beschermd zijn te vaccineren en te stimuleren, omdat Omicron niet per se intrinsiek milder is”, zegt William Hanage, universitair hoofddocent aan de Harvard T.H. Chan School of Public Health. “Dit geldt vooral voor degenen die moeite hebben om toegang te krijgen tot vaccins, of het nu in de Verenigde Staten of elders in de wereld is”, voegde Hanage eraan toe.