‘Te vaak op instructies van de uitvoerende macht gehandeld’
De strafzaak tegen de gewezen governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), Robert van Trikt en zijn zakenpartner Ashween Angnoe van het accountantsbureau Orion, wordt maandag 31 januari aanstaande behandeld. Van Trikt en Angnoe zitten reeds twee jaar in voorarrest. ‘’Wanneer het Openbaar Ministerie deel en onderdeel wordt van de uitvoerende macht en zijn onafhankelijke positie dreigt te verliezen, heb je je een groot probleem.
Er is te vaak op grond van instructies van de uitvoerende macht, gehandeld”, zegt de advocaat van Van Trikt, Irvin Kanhai, in gesprek met een lokaal medium.
Hoofdofficier van justitie Cynthia Klein, zei eerder in haar requisitoir, dat de strafeis tegen Van Trikt gewijzigd is van twaalf jaar naar tien jaar, dit omdat Klein een wijziging heeft aangebracht in de aanvulling van het strafbare feit ‘deelneming aan een criminele organisatie’. De strafeis tegen Angnoe blijft ongewijzigd. Kanhai verklaart, dat in de zaak van zijn cliënt, er ‘’zware politieke beïnvloeding’’ is. ‘’Nadat Van Trikt was aangehouden, heeft een zakenman als lid van de RvC, gefêteerd op basis van hetzelfde project Lagarde.‘’
Volgens Kanhai, heeft zijn cliënt nimmer nadelige contacten afgesloten.
Volgens Kanhai zou men het vreemd moeten vinden dat twee de directeuren van de Centrale Bank, Maikel Soekhnandan en William Orie, slechts ontheven zijn uit hun functie.
‘’De twee zijn nimmer aangehouden, terwijl zij de directeuren waren die alle overeenkomsten vooraf tekenden. Dit loopt de spuigaten uit”, zegt Kanhai. Hij benadrukt dat Van Trikt niet beschuldigd kan worden van iets dat niet bestaat.
‘’Het ligt misschien aan mijn intelligentie, maar blanco kredieten bestaan niet”, aldus Kanhai.
Op haast elke zitting is er volgens Kanhai door de verdediging van Van Trikt gevraagd, wat de reden is dat Van Trikt zolang in voorarrest zit. Kanhai zegt, dat ook keer op keer is gevraagd Van Trikt in afwachting van de uitspraak, in vrijheid te stellen. Volgens Kanhai kon het Openbaar Ministerie op geen enkele zitting zijn overweging tonen. ‘’Het enige wat de rechters zeggen, is dat de ernstige bezwaren nog recht overeind staan. Er moet terecht naar bezwaren gekeken worden, maar het artikel zegt ook dat er naar maatschappelijke veiligheid gekeken moet worden”, aldus Kanhai.
‘’Een jaar lang is er een gerechtelijk vooronderzoek geweest. Alles is reeds behandeld en nog staan bezwaren volgens de rechters overeind. Naar mijn mening is er geen zicht in het dossier en de economische begrippen.‘’ Kanhai benadrukt, dat advocaten vreselijk worden gefrustreerd door de wijze waarop zittingen in dit land gaan. ‘’Niet alleen bij de zitting van Van Trikt merk ik dit, ook bij andere zittingen‘’, aldus Kanhai.