PRODUCTIE EN EXPORT

Dat Suriname een groot deviezenvraagstuk heeft, is overduidelijk. Het land verdient niet voldoende valuta uit de exporten van goud, aardolieproducten, vis, rijst, hout en de export van landbouwproducten. Bovendien is het zo dat bepaalde exporteurs tal van foefjes uithalen om een groot deel der valutaopbrengsten, niet aan de staat af te dragen. Er wordt dus met de valutaopbrengsten gerommeld. De staat loopt door het niet in voldoende mate en eerlijk afdragen van verdiende vreemde valuta uit niet-malafide handel, veel inkomsten mis. Het is dan ook niet vreemd dat de monetaire reserves van ons land niet snel toenemen en de uitgaven dat wel doen. Herhaaldelijk hebben kundige economen, geen beunhazen uit Wanica, aangegeven, dat je alleen voldoende vreemde valuta zal verdienen als je in staat bent je productie gericht op de export, aanmerkelijk te verhogen.

Opeenvolgende regeringen hebben vanaf de staatkundige onafhankelijkheid erop gehamerd, dat we meer moeten produceren en dan wel gericht op de uitvoer van wat hier is vervaardigd. En in al die ruim veertig jaar, zijn we daar jammer genoeg niet goed in geslaagd. Export en afzet in het buitenland van een hoogwaardig product tegen een concurrerende prijs brengt valuta op, en dat moet goed tot eenieder in dit land doordringen. Je kan niet aan een verhoogde productie hier beginnen en de afzet zien stabiliseren en of zelfs zien dalen, en nog genoegen moeten nemen met een SRD die niet convertibel is en dus is het van wezenlijk belang, harde vreemde valuta te verdienen, wil je dit land vooruit brengen. Men moet niet steeds de nadruk leggen op productieverhoging sect, maar er steeds bij vermelden, dat het om productie voor de export dient te gaan, willen we daadwerkelijke vooruitgang zien. Hier productieverhoging proberen te realiseren binnen een klimaat van een dalende koopkracht is gekkenwerk en levert uiteindelijk faillissement op, vooral als de componenten waarmede je produceert, op deviezen gestoeld zijn. Niet alleen de overheid, maar ook het bedrijfsleven dient alles op alles te zetten om de export te bevorderen. Ook moeten we gaan werken aan het vervaardigen van eindproducten die exportverdiensten kunnen opleveren. Van een goede afzetmarkt moet men wel vooraf verzekerd zijn, anders krijgen we situaties zoals in de bacovensector.

Waar Suriname vooral hard aan moet blijven werken, is het opvijzelen van ons imago dat de afgelopen tien jaar behoorlijk besmeurd is geraakt. Het vertrouwen van een buitenlandse investeerder moet hersteld worden, want dat was er voorheen wel, getuige de vroegere investeringen van Alcoa en Billiton. Dat vertrouwen is grotendeels verdwenen doordat we het zelf voor een deel hebben verpest. We moeten echt voor de export gaan produceren om niet langer afhankelijk te zijn van opbrengsten uit de informele sector, want eenieder weet zo langzamerhand, waar die verdiensten van afkomstig zijn en met deze blijvende verdiensten kunnen we onmogelijk een goede beurt maken bij de Caribbean Financial Action Task Force, CFATF, in het komende jaar.

We zullen daarom het roer drastisch moeten omgooien en harder gaan werken om de export van onze producten te bevorderen. Alleen personen en instanties die op een gezonde wijze zullen produceren voor de export, zullen daadwerkelijke vooruitgang zien.

More
articles