We hebben de woorden van de geestesvader van de Surinaamse staatkundige onafhankelijkheid Henck Arron, al verschillende malen aangehaald, om aan te geven waar een Surinaamse regering zonder enige twijfel aan moet kunnen voldoen, wil ze levensvatbaar zijn en blijven. Arron stelde dat als je niet langer in staat bent je olierekening (brandstofrekeningen), medicijnenvoorziening, basis levensbehoeften, kookgasrekening en ambtenarensalarissen op maandbasis op tijd te voldoen, het tijd is om op te stappen. Wijze woorden van een man die wist wat de noden van het volk waren en zijn, en waar je minimaal aan zou moeten kunnen voldoen, om als politicus en je regering, te kunnen overleven. Een van de belangrijkste onderdelen uit hetgeen Arron naar voren haalde om een stabiel politiek klimaat voor een regering te garanderen, is wel de olierekening die op tijd voldaan moet worden, anders loopt alles in het honderd. Het algehele transport, de productie binnen bijvoorbeeld de landbouw, het forensenverkeer en alles wat met het verplaatsen van personen en goederen samenhangt, valt in elkaar als er een obstructie in de brandstofvoorziening optreedt. Dat de regering Santokhi momenteel niet sterk in de vreemde valuta zit, is duidelijk geworden door de betalingsachterstanden aan de olie-maatschappijen en de laatstgenoemden niet langer van plan zijn ladingen brandstof, waar keihard voor moet worden afgerekend, voor te blijven financieren. Ze zal dan ook de achterstanden zo snel als mogelijk moeten inlopen, wil ze niet dat de leveranties in gevaar komen. In ieder geval is het zo dat de oliemaatschappijen al verschillende brandbrieven aan de overheid hebben gestuurd, om op spoedige betalingen, aan te dringen. De overheid heeft nu om nog wat respeit gevraagd om tot deelbetalingen over te kunnen gaan en de aanhoudende leveringen, niet in gevaar te brengen. Een ander aspect dat nu speelt betreft de prijs die gezien de wisselkoersverhouding van onze nationale munt de SRD en de dollar, niet meer marktconform is en dus er voor een liter diesel of gasoline niet voldoende wordt betaald en de overheid het verschil al maanden subsidieert. De regering staat nu voor een dilemma, omdat een verdere verhoging haar zeker niet in dank zal worden afgenomen en voor grote onvrede zal zorgen. Maar wat ook als een paal boven water staat, is dat ze geen geld heeft om de subsidie aan brandstof op het huidige niveau te continueren. Een strategie van ‘’pappen en nat houden’’ is gezien haar huidige inkomsten, ook niet vol te houden. Ze zal dan ook ongeacht de consequenties op een bepaald moment, de prijs voor diesel en gasoline marktconform moeten maken hetgeen overigens in de buurlanden al is geschied. Tot op heden heeft ze die beslissing nog niet genomen of durven nemen. Ze heeft echter geen keus en zal snel moeten beslissen, want de druk vanwege de oliemaatschappijen is niet gering. De overheid dient wel goed te beseffen dat brandstof de aorta van elk economisch hart uitmaakt en dat daarom geen enkele onderbrekingen in de voorziening kan of mag komen. Wat ze wél zal bereiken met een correctie op de prijs voor brandstoffen is dat de smokkel naar de buurlanden in één keer afgelopen zal zijn.