Wisselkoers probleem niet met IMF oplossen

Als onderhandelingen goed verlopen zal Suriname van het IMF een zogenaamde Extended Fund Facility (EFF) krijgen. Volgens de Surinaamse Bankiers Vereniging (SBV) en de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), zal dit geld de koers niet structureel beïnvloeden. Zij zijn van mening dat het een tijdelijke signaalfunctie heeft en Suriname de gelegenheid biedt om vanuit een stabielere wisselkoerspositie, de productie en export ter hand te nemen. Suriname zal volgens de SBV en VSB dat echt zelf moeten doen.

Macro-economische interventie

De eerste optie is via een macro-economische interventie. “De Centrale Bank van Suriname tracht nu door Open Market Operations hoge rentes te betalen voor het verkrijgen van de vrije liquide middelen van banken, in de hoop dat dit geld niet geleend wordt aan de private sector die weer US Dollars zou kunnen kopen, en dat deze hoge rentes ook doorgegeven worden in de vorm van verhoogde creditrentes (wat je op je giro-, spaar- of termijndeposito krijgt)”, aldus de VSB en SBV. Zij geven verder aan dat verhoogde creditrentes in elk geval veel van de liquiditeit die zich bevindt buiten de banken om terug zal brengen bij de banken (mits het natuurlijk niet zwart geld is). “Verhoogde creditrentes zullen echter ook tot gevolg hebben dat de debet rentes zullen stijgen – wellicht tot niveaus zelfs boven 30%. Dit zal ervoor zorgen dat nieuwe leningsaanvragen nog meer beperkt zullen worden. De rente op leningen van huidige klanten zal vanwege de verhoogde kosten van aangetrokken gelden echter ook omhoog gaan. Dit zorgt bovendien voor een verhoogde druk op een private sector die het al zwaar te verduren heeft”, stellen de verenigingen.

Micro-economische interventie

Daarnaast is er een tweede optie en dat is een micro-economische interventie, waar rentes boven de 30% aan winstmarges nodig hebben, die nog hoger zijn. “De consumenten kunnen het niet betalen en de beperkte toegevoegde waarde van producten rechtvaardigt het niet. Waarom niet? Dezelfde reden die ook schuilt achter de hoge vraag en het laag aanbod van valuta: de ondermaatse productiviteit en eenzijdige economische structuur van Suriname (smalle productiebasis en sterke afhankelijkheid van Mijnbouw). De blijvende (en alsmaar toenemende) afhankelijkheid van mijnbouwopbrengsten heeft in de weg gestaan van een gediversifieerde economische structuur, waardoor een groot deel van de bevolking in laag productieve sectoren (lees: Overheid) werkzaam is, die nauwelijks produceren noch exporteren”, aldus de verenigingen.  Er is volgens hen een direct verband tussen hoeveel waarde een bedrijf met hun werknemers toevoegt aan een product (productiviteit) en de inkomsten die het bedrijf (en dus de salarissen van de werknemers) maakt. Omdat een groot deel van de bevolking in laag productieve sectoren werkt, zijn salarissen dus ook laag, dus ook de mogelijkheid om belasting te betalen aan de overheid.

More
articles