De media is niet tevreden over de wijze waarop de regering persconferenties houdt. Een collectief van de media heeft gisteren een protestbrief ingediend bij het Kabinet van de President. De brief is ontvangst genomen door minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking. Initiatiefnemer Vishmohanie Thomas, hoofdredacteur van Suriname Herald, zegt in gesprek met Trishul Broadcasting Network, dat persconferenties al enige tijd stroef verliepen, maar dat de laatste regeringsconferentie waar journalisten zijn opgestaan en weggelopen, de aanleiding is geweest. Volgens de journalisten is op de regeringspersconferentie d.d. 4 oktober, de pers bij de tweede vragenronde op zeer onprofessionele en kleinerende wijze bejegend door de ceremoniemeester, met als gevolg dat journalisten uit protest de bijeenkomst hebben verlaten.
“Dat is een kwalijke zaak, waardoor journalisten hebben besloten om bij elkaar te komen en het probleem te bespreken. We hebben verschillende punten aangekaart en het doel is om een goede samenwerking met de regering te hebben. Journalisten krijgen nauwelijks tijd om vragen te stellen, er zijn hele lange inleidingen en antwoorden op vragen worden heel snel weggemoffeld. We hebben graag dat vragen meteen beantwoord worden zodat aanvullende vragen meteen gesteld kunnen worden”, haalde Thomas enkele punten aan. Volgens haar speelt ook de toegang naar ministers toe een rol. ‘’Sommige ministers rennen weg als ze de media zien. Er zijn net enkele ministers die de media te woord staan, maar het is belangrijk om informatie te verschaffen om de samenleving te informeren”, stelde Thomas.
In de protestbrief klagen de journalist ook erover dat de persconferenties veelal te laat aanvangen, waardoor de meetings vanwege de ontstane tijdsdruk haastig worden afgewikkeld. Volgens de journalisten gebeurt het ook dat MC’s de journalisten beknotten bij het stellen van vragen, soms beantwoorden de MC’s zelfs vragen die aan leden van de regering zijn gesteld, terwijl de MC er is om de persontmoeting in goede banen te leiden. De pers wenst daarnaast een centraal communicatiepunt van de overheid. “Momenteel heeft het Kabinet van de Vicepresident een eigen voorlichtingsafdeling (Directoraat Volkscommunicatie) en aan de andere kant is er een Communicatie Dienst Suriname (CDS). Dit zorgt ervoor dat het voor de pers onduidelijk is wanneer voor bepaalde informatie bij het Directoraat Volkscommunicatie of de CDS aangeklopt moet worden”, stelt de pers in de brief. Los van de klachten, zijn er ook oplossingen aangedragen. De journalisten hopen dat de regering de oplossingen zal overnemen en implementeren. Voorgesteld wordt dat de inleidingen kort worden gehouden zodat er meer ruimte is om vragen te stellen. Ook wordt gevraagd dat bij regeringspersconferenties er gebruikt wordt gemaakt van een roulatiesysteem waarbij iedere keer drie tot vier ministers aanzitten of dat de president/vicepresident namens de gehele regering praat, maar dat de aanwezige ministers wel ingaan op vragen die betrekking hebben op hun beleidsgebied. Een direct ‘vraag- en antwoordsysteem’ op persconferenties is gewenst. Aanbevolen wordt dat ministers afwisselend, maar wel regelmatig persconferenties over hun beleidsgebied geven, zodat zij de samenleving kunnen informeren waarmee het ministerie zich bezighoudt. Er wordt daarnaast gevraagd een woordvoerder namens de Raad van Ministers (RvM) aan te wijzen die de media na de RvM-vergadering toespreekt, antwoord geeft op de gestelde vragen en vertelt wat op die dag besproken is geworden binnen de RvM. Daarnaast willen de journalisten een minder prominente rol voor de MC tijdens persconferenties. Volgens hen is de taak van de ceremoniemeester de persconferentie in goede banen leiden en niet voor de vicepresident en of de ministers te antwoorden. Verder is een fusie van de CDS en het Directoraat Volkscommunicatie wenselijk, zodat de media voor informatie bij een centraal punt terecht kunnen. Ministers moeten in de gelegenheid worden gesteld om zelf vragen te beantwoorden. Journalisten wensen ook een open communicatie te hebben met de media en willen niet uitgesloten worden. De brief is ook ingediend bij DNA-voorzitter Marinus Bee, vicepresident Ronnie Brunswijk en de Communicatie Dienst Suriname. Bee zei dat journalisten geen tegenstanders zijn, maar een ontwikkelingspartner en dat partijen in dat kader elkaar moeten vinden. “Ik ben blij dat ondanks dit, onze positie op de internationale persvrijheid lijst niet al te slecht is en we nu al roepen voor verbetering. Ik zou het geen protestbrief noemen, maar een aandachtbrief, omdat als we de balans opmaken, we het niet slecht doen. We staan op de 19e plaats. Het streven is om op nummer 1 te staan en dat is een rol van ons allemaal”, zei Bee. Hij gaf aan met de pers om de tafel te willen zitten om de pijnpunten te bespreken en voorstellen ter verbetering. Hij beloofde ook de aandacht van de regering te vragen over het verzoek van de journalisten. “Kritische vragen houden de beleidsmakers sterk. We hebben geen ruimte voor jaknikkers. In een samenwerking met alleen jaknikkers gaan we in slaap vallen, niet presteren en ook niet groeien”, aldus Bee.