Levens: ‘Alle kinderen gaan gewoon over’

Examenbureau krijgt training om nieuwe GLO-toets te ontwikkelen

Minister Marie Levens van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, zegt tegenover De West, dat het Examenbureau op dit moment wordt getraind om een nieuwe toets voor de lagere scholen te ontwikkelen. De minister zegt dat de nieuwe toets, het ministerie meer informatie gaat geven over de kinderen van de zesde klas, die vervolgens overgaan naar de zevende klas. Deze toets zal volgens de minister, aangeven welke kinderen goed presteren welke meer hulp en ondersteuning nodig hebben.

“Het belangrijkste is dat alle kinderen gewoon overgaan en niet meer worden afgewezen. Na de brugklas kunnen zij kiezen voor een praktisch of theoretisch beroep. Ik werk alleen op de lagere scholen al met 86 duizend kinderen en over de gehele linie zijn er 150 duizend kinderen die onderwijs volgen in ons land. Wat men in Suriname niet durft, is om alle bloemen te laten bloeien, want ik vind dat iedereen een kans verdient om zich te ontwikkelen. Het is  niet ‘one size fits all’, je moet meerdere soorten/opties hebben voor de kinderen”, zegt de minister.  Het besluit om op de lagere school vanaf dit jaar geen GLO-toets meer te maken, geef kinderen de gelegenheid om door te stromen naar het mulo met behulp van de toetsjes die het gehele jaar door gemaakt worden. Het mulo zal dienen als brugklas en daarom ook uitgebreid worden met meerdere richtingen, want het mulo heeft thans slechts twee richtingen: de A-richting met handelsrekenen, of de B-richting met wiskunde/natuurkunde. Vanaf dit jaar zal er ook een C-, D- en E-richting komen. Na het mulo zal ook de kunstacademie een optie zijn, want het Nola Hatterman Instituut wordt thans getransformeerd tot een middelbare kunstacademie.’’ Volgens de minister krijgen kinderen zo meerdere keuzes op mulo-niveau. Leerlingen kunnen behalve voor het mulo, ook kiezen voor de technische school of de kunstacademie. “Het grote geluk dat ik heb, is dat het grote deel van de leerkrachten, de nieuwe aanpak van het ministerie van Onderwijs ondersteunt. Het curriculum van de leerkrachten wordt zodanig in elkaar gezet, dat elk kind het kan bijhouden. Wij willen niemand achterhouden en de kinderen die het moeilijk hebben, daarvoor wordt een apart programma voor opgesteld”, aldus Levens.

De minister zegt, dat wij in deze tijd niet meer praten over onderwijsachterstanden, maar over ‘’leervertragingen’’. Het ministerie heeft inmiddels het curriculum vastgesteld met de essentiële dingen die een kind moet leren/weten. Alle ballast blijft volgens de minister achterwege. De kinderen krijgen ook werk mee naar huis. “We werken ernaartoe om op school een beetje te werken, thuis door te werken en dan de volgende dag weer. We gaan nooit meer terug naar die klassen met 48 kinderen. We willen terug naar de klassen van 24 leerlingen.”

More
articles