Faranaaz Alibaks-Hausil, ex-directeur Legal, Compliance & International Affairs en ex-governor van de Centrale Bank van Suriname, Robert van Trikt, zijn vandaag verder geconfronteerd met de verklaringen die zijn afgelegd in het onderzoek dat is ingesteld door het Openbaar Ministerie (OM). Volgens de verklaringen van verschillende bankmedewerkers hebben beiden zich schuldig gemaakt aan overtreding van artikel 18 en 21 van de Bankwet en artikel 13 van de Anti-corruptiewet. Rechter Maytrie Kuldipsingh, begon de zitting met de verklaring die Hausil had afgelegd tegenover de politie, waarbij zij het had over een forward e-mail zonder instructies die zij had ontvangen van Van Trikt. Zij verklaarde dat ze de instructies met betrekking tot die e-mail, naderhand mondeling van de ex-governor kreeg. Op basis van de mondelinge instructies van Van Trikt, heeft Hausil een conceptbrief opgesteld op 22 juni 2019. Van Trikt stelt dat hij nimmer aan Hausil mondelinge instructies heeft gegeven. Hausil gaf echter aan dat Van Trikt haar wel mondelinge instructies heeft gegeven ten aanzien van de conceptbrief van 22 juni met betrekking tot de koop van de eerste tranche ‘overheidspanden’. Van Trikt was volgens Hausil, toen in gezelschap van een van de directeuren van de moederbank, Michael Soeknandan. Van Trikt verklaarde dat hij die opdracht nooit mondeling kon hebben gegeven op zijn kantoor, omdat Hausil op dat moment in New York zat met de gewezen minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, en pas op 26 juni weer in het land was. Van Trikt gaf verder aan, dat hij helemaal niet betrokken is geweest bij het opstellen van een brief door de gewezen minister van Financiën over de verkoop van de overheidspanden. “Wat ik wel weet, is dat er heel veel sessies zijn geweest over de aankoop van de eerste tranche panden ten behoeve van de Centrale Bank en die tranche was ook bedoeld voor het verrekenen van de schuld van de staat”, aldus Van Trikt. Hausil heeft bij de politie verklaard, dat de ex-governor haar geen enkele instructie heeft gegeven dat de Bank geld zou uitbetalen aan de staat.
Daarbij had Van Trikt gezegd, dat wat Hausil heeft gezegd van geen kant klopt, omdat Hausil volgens hem weet, dat er bij de overdracht van de panden een betaling zou plaatsvinden. Omdat er een betaling zou plaatsvinden heeft Soeknandan in die zelfde periode een rekening geopend in opdracht van Hoefdraad, waar het geld van de panden zou worden geboekt.
Uiteindelijk heeft Hoefdraad besloten om het geld van de overheidspanden, te weten euro 45 miljoen (1e tranche) en euro 60 miljoen (2e tranche) niet te gebruiken voor de aflossing van de langlopende rekening.
De rechter zei dat de ex-minister geld nodig had om de overheidsuitgaven te dekken, hetzij salarissen, TWK en vakantiegeld die uitbetaald moesten worden. Dit bedrag kwam naast het bedrag dat hij op basis van artikel 21 van de Bankwet, al had getrokken bij de Centrale Bank (670 miljoen), daarom kon hij geen geld meer trekken. Van Trikt had eerder verklaard, dat hij daarom het geld van de panden getrokken heeft van het geld dat op de rekening stond. De rechter zei, dat zij hieruit begrijpt dat de Centrale Bank de panden heeft gekocht en vervolgens het geld overgemaakt heeft voor de Staat Suriname en de ex-minister van Financiën heeft hetzelfde geld getrokken voor de betalingen van bijvoorbeeld overheidssalarissen. Van Trikt antwoordde met “Ja”. Er is dus nooit sprake geweest van betaling van verrekening van die langlopende rekening, omdat het geld is gebruikt voor andere uitgaven. De rechter bracht de ex-governor in herinnering, dat de afspraak eerst was dat het geld van de panden zou worden gebruikt voor de schuldverrekening en vroeg ter verduidelijking of Hausil daarvan op de hoogte was. Van Trikt gaf aan dat zij vanwege haar taakstelling, van al dit soort zaken op de hoogte zou moeten zijn.