Rechter Maytrie Kuldipsingh heeft gisteren Ginmardo Kromosoeto, ex-directeur van de Surinaamse Postspaarbank (SPSB), geconfronteerd met getuigenverklaringen van onder andere Harampersad Kalloe, onderdirecteur van de SPSB over de declaraties van consultant Robert Putter. Hij verklaarde dat Putter bedragen van USD 9.000 tot USD 10.000 per maand ontving die niet onderbouwd waren. Volgens Kromosoeto, waren de declaraties die hij ontving van Putter, een urenverantwoording die gebonden was aan specifieke projecten. Kalloe merkte op, dat hij als waarnemend directeur tijdens de afwezigheid van Kromosoeto, het bedrag van Putter drastisch had verminderd naar USD 3.000. Hij getuigde dat de ex-SPSB-directeur een grote sponsor was van de staat, want Kromosoeto heeft zijn medewerking verleend voor het taxeren van andere overheidspanden voor de staat. De taxatierapporten zijn volgens Kalloe, betaald door SPSB.
Voor het uitvoeren van transacties van de overheidspanden is in opdracht van de toenmalige minister van Financiën, een lege NV opgericht. Het was volgens de raadsman Richard Tjon A Joe vanaf het begin duidelijk, dat het nimmer de bedoeling was dat de SPSB panden zou kopen en dat de NV die panden zou houden.
De constructie van de verkoop van de overheidspanden is in opdracht van de ex-minister van Financiën gekocht. Tjon A Joe stelde, dat de ex-SPSB-directeur als financierder heeft opgetreden voor de staat. Het verzoek tot voorlopige invrijheidstelling werd niet door rechter Maytrie Kuldip Singh gehonoreerd. De zaak is verdaagd naar 30 maart.
17 overheidsgebouwen
Het onderzoek tegen de ex-governor van de CBvS, Robert van Trikt die samen met de ex-minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad en de directeur Legal Compliance and International Affairs van de CBvS, Faranaaz Hausil, de Staat Suriname naar verluidt, ernstig heeft benadeeld, is in volle gang. Er zijn meer personen betrokken en zichtbaar gemaakt bij de handelingen die zijn gepleegd door Hoefdraad; Van Trikt en Hausil. Daarbij zijn Ginmardo Kromosoeto en Robert Putter in beeld gebracht bij het onderzoek.
Deze verdachten hebben volgens bekomen informatie, samengespannen om door de ‘verkoop’ van de overheidspanden, de mogelijkheden te realiseren monetair te financieren. Voor de zeventien overheidsgebouwen heeft de Centrale Bank van Suriname, een totaalbedrag van euro 105 miljoen (1e trance van 9 gebouwen voor euro 60 miljoen en de 2e trance van 8 gebouwen voor euro 45 miljoen, samen totaal 17 panden) betaald.
Verschillende stichtingen
De details van deze ‘verkoop’ staan uitgebreid vermeld in een lijvig document van de procureur-generaal, waarin de vermeende strafbare feiten van de ex-minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, zijn vastgelegd. Vier onroerende goederen uit de eerste trance gebouwen hebben een totale verkoopwaarde van SRD 76,319,983, en deze informatie was bekend bij Hoefdraad, Van Trikt en Hausil.
Ook is gebleken, dat Hoefdraad niet heeft geschroomd, te praten van een geschatte marktwaarde van ongeveer SRD 378 miljoen en Van Trikt en Hausil hebben hieraan meegewerkt. Nadat de CBvS voor de 2e tranche onroerende goederen had betaald, werd duidelijk, dat deze onroerende goederen (met uitzondering van het belastingkantoor aan de Sommelsdijkstraat) niet het eigendom zijn van de staat en dat Hoefdraad ze niet kon verkopen, omdat ze op naam stonden van verschillende stichtingen, waarvan het enige bestuurslid Robert Putter is.
Hoefdraad beweerde dat de onroerende goederen het eigendom zijn van de SPSB en dat Putter adviseur is van de SPSB. De Republiek Suriname heeft op 18 december 2019 euro 11,800.000 betaald aan de Surinaamse Postspaarbank (schuldaflossing aan Putter) om eigenaar te worden van genoemde onroerende goederen, die onder de verschillende stichtingen vielen van dezelfde Putter. Naar verluidt, is gebleken dat de onroerende goederen rond april dit jaar, nog steeds op naam staan van stichtingen en naamloze vennootschappen met Putter als enig bestuurslid, ofschoon de Republiek Suriname per 18 december 2019 de schuld van Putter bij de Surinaamse Postspaarbank had afgelost en Putter in een brief van 31 december 2019 heeft aangegeven, de onroerende goederen over te zullen dragen aan de Republiek Suriname.
Alleen het feit dat Hoefdraad stelde, dat de onroerende goederen (2e tranche) het eigendom zijn van de SPSB, kan worden aangenomen, dat Kromosoeto de onroerende goederen in de 2e tranche via Hoefdraad ten verkoop heeft geboden aan de CBvS, wetende dat deze onroerende goederen niet van de Staat Suriname waren en evenmin van de SPSB.
De constructie van de verkoop van de panden is een van de mogelijkheden, die de verdachten gezamenlijk hebben toegepast, om monetair te kunnen financieren. Deze monetaire financiering heeft tot gevolg gehad dat er meer geld in omloop werd gebracht, waartegenover geen dekking stond met als gevolg een wisselkoers die de lucht in schoot.