Enkele dagen geleden heeft het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, aan alle schooldirecteuren een schrijven gericht, waarin het bekendmaakt, dat het onderwijsproces wederom van start gaat, maar dan op afstand. De scholen zullen vanwege de covid-situatie, voorlopig gesloten zijn. Professor Henry Ori, uitte vanochtend in het radioprogramma ABC Aktueel, zijn ongerustheid over het onderwijsproces.
Ori zegt dat corona ons land nu al bijna tien maanden in zijn greep houdt, maar tot nog toe er in Suriname geen goede alternatieve onderwijsvormen zijn ontwikkeld. ‘’De achterstanden in het onderwijs zijn veel groter dan men denkt’’, zegt hij. Lettend op de achterstand die er nu is, zegt Ori, dat we niet te kritisch moeten zijn over het onderwijsproces. “De achterstanden in het onderwijs zijn wereldwijd zeer onacceptabel en zeker voor de kwetsbare groepen van kinderen die het al moeilijk hebben, met name armoede, achterstanden, ect. Deze achterstanden kunnen doorwerken in de verdere ontwikkeling van kinderen. Zelfs hun carrière of aanstaande baan kan hierdoor is gevaar komen. In Suriname is het een factor groter, omdat het onderwijs niet alle districten en bepaalde delen van het land de zelfde brede kwaliteit heeft. Landelijk slaat de achterstand extra toe”, aldus Ori. Hij stelt dat zeker 50 procent van de leerlingen in Suriname, momenteel een achterstand heeft.
Volgens Ori, moet de situatie in ons land heel goed bekeken worden, vooral omdat in het tertiair onderwijs, er makkelijker geëxperimenteerd kan worden. Het secundair en primair onderwijs baart hem meer zorgen baat. “De schade is groter voor de jonge kinderen. We zien wel een moeite van het ministerie, maar er is toch nog een beleidsmatig probleem. Het maken van lespakketten voor de leerlingen en de technologie, laat in de steek. Het grootse zorgpunt waar men te weinig over praat, is de inhoudelijke kwaliteit van die producten. Onderwijs leidt op voor een bepaald doel, en de doelstellingen en eindtermen van opleidingen moeten bewaard worden.”
Ori zegt bang te zijn voor de kwaliteit die het onderwijs nu heeft.
“De kwaliteit kan op den duur inboeten, omdat de inhoud van het onderwijs dan weg komt te vallen. Wat leert het kind in feite met online of afstandsonderwijs? Hier gaat het erom of het kind de basiseindtermen haalt.” Het is, aldus Ori, de taak van het ministerie van Onderwijs, te waken over de kwaliteit van het onderwijs. ‘’Het ministerie moet erop toezien, dat kinderen leren wat ze moeten leren.’’ Tot slot roept Ori alle onderwijsdeskundigen op, te helpen met plannen die de kwaliteit van het onderwijs kunnen redden. “COVID-19 gaat niet meer weg, maar op basis hiervan moeten we kijken hoe leren weer kan aansluiten op het onderwijs, en hiervoor zijn er plannen nodig. Ook de regering moet veel meer prioriteit geven op het gebied van financiën”, aldus Ori.