Had Stef Blok dus toch gelijk?

De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Stef Blok, heeft in juli 2018 tijdens een bijeenkomst in Den Haag, keihard uitgehaald naar Suriname, dat volgens hem een ‘’failed state’’ is vanwege de ‘’etnische opdeling’’. Zijn uitspraken hebben toen voor veel beroering gezorgd binnen de Surinaamse samenleving. Tot op de dag van vandaag voelen groepen Surinamers zich beledigd en schroomt men er niet voor om deze uitspraken politiek te misbruiken. In Suriname heerst al decennia een taboe op opmerkingen betreffende de etnische scheidslijnen die ons land zo kenmerken en ontegenzeggelijk de basissamenstelling van Suriname vormen. Het is ‘not done’ wanneer men zich uitspreekt over de negatieve gevolgen die de etnische politiekvoering al decennialang veroorzaakt en men wordt al snel voor racist of verrader uitgemaakt. Zijn deze gevoelens echter wel terecht?

Wordt het na 45 jaar onafhankelijkheid, niet tijd dat wij als Surinamers erkennen en beseffen dat het denken en politiek voeren vanuit etnische hokjes, ons alleen maar achteruitgang heeft gebracht? Wordt het geen tijd om deze verouderde denkwijze, gebaseerd op religie, afkomst en politieke kleur, los te laten en puur op basis van professionaliteit samen te werken? De afgelopen jaren zijn er na elke verkiezingen altijd geschikte en gekwalificeerde personen van hun post gehaald om te worden vervangen door een familielid of loyalist die op de voorzitter van de desbetreffende politieke partij lijkt. Vaak beschikt de nieuw aangestelde persoon niet over de kennis en kunde voor de functie die men in de schoot geworpen krijgt, met alle negatieve gevolgen van dien. Deze verderfelijke vorm van handelen wordt dan ook nog vaak goedgepraat met opmerkingen als: “Ja, maar dit gaat al jaren zo”, of: “In andere landen doet men het ook”, of: “Dat is nou eenmaal de manier van politiek voeren in Suriname.”

Vanaf het aantreden van de regering Santokhi-Brunswijk, is er veel onrust veroorzaakt door de vele vriendjes en familieleden die op belangrijke posten zijn benoemd. Dit alles gaat natuurlijk gepaard met intriges, breed uitgemeten in de (sociale) media. De woorden competenties, diploma’s en geschiktheid, zijn nog nooit eerder zoveel gebruikt tijdens een coalitievorming. Maar als het op besluitvorming of beleid aankomt, dan is men aangewezen op buitenlandse instanties, adviesbureaus en hulp van buitenlandse overheden om de grote problemen op te lossen. Blijkbaar gaat men ervan uit dat het gebrek aan eigen ‘deskundigheid en competenties’, door anderen kan worden opgelost. Ook al heb je een leger aan adviseurs, dan zal je toch de capaciteiten moeten hebben om adviezen te begrijpen om ze op een juiste manier toe te passen.

De aanstellingen bij ministeries, staatsbedrijven en private instituten in Suriname, vallen allen onder het familiebedrijf Santokhi-Brunswijk B.V. Van protest onder de bevolking trekken zij zich niets aan, terwijl zij juist verbetering hadden beloofd. We hebben nu meer dan ooit professionele managers nodig in ons failliet land, ongeacht, ras, geloof, politieke voorkeur of geaardheid. Het aanstellen van ter zake doende professionals die op een bedrijfsmatige manier denken en handelen is de enige manier om duurzame ontwikkeling te brengen in Suriname en om af te komen van de koenoe van etnische politiekvoering, die ons land al zolang gegijzeld houdt. Economisch gezien heeft Suriname er ook nog nooit zo slecht voor gestaan. Als de couponrente van ca. 25 miljoen USD niet voor 26 november 2020 wordt betaald, zal Suriname na 45 jaar onafhankelijkheid, officieel failliet worden verklaard door de verschillende kredietwaardigheidsbureaus.

De feedback van Stef Blok moeten wij bij 45 jaar onafhankelijkheid serieus nemen, en ons afvragen of wij op deze mislukte etnische basis nog verder willen. Deze regering heeft het stokje overgenomen van de vorige en zorgt er vervolgens voor dat zij de status van “failed state” meer dan waar maakt. Geen geld om leningen af te lossen, maar wel een feestje geven, in corona-tijd. Koersen en prijzen die de pan uitvliegen, mensen die geen eten of werk hebben en opborrelende etnische spanningen. Wat valt er te vieren? Als we nu na 45 jaar onafhankelijkheid de balans opmaken hoe Suriname voor en na de onafhankelijkheid van 25 november 1975 is bestuurd en wat het ons land aan ontwikkeling heeft opgeleverd, blijken de uitspraken van Stef Blok een wrange, maar ware constatering. Zolang wij leiders kiezen op basis van etniciteit in plaats van op integriteit, karakter, kennis en kunde, zullen we altijd achter de feiten blijven aanlopen.

Peter M Wolff

Petermartinwolff@outlook.com

More
articles