Vrees voor toename criminaliteit door brug tussen Suriname-Guyana

Het afgelopen weekend heeft de minister van Openbare Werken, Riad Nurmohamed, samen met zijn Guyanese ambtsgenoot Juan Edghill, een bezoek gebracht aan de locaties waar de brug over de Corantijnrievier gebouwd zal worden. Zowel op de locatie in Suriname (Southdrain) als in Guyana (Moleson Creek), zijn er vlaggen geplaatst om de betrokkenheid van het project aan te geven. Tijdens dit bezoek gaf Nurmohamed aan, dat de twee landen zich zullen inzetten voor ontwikkeling en zich ook voorbereiden op grotere kansen op de economische markt.

Zowel de Surinaamse als de Guyanese regering, verheugen zich erop dat binnen niet al te lange tijd, beide landen door middel van een brug, met elkaar verbonden zullen zijn. Bestuurskundige August Boldewijn, kan zich niet vinden in een brug over de Corantijn. Hij zegt dat de voordelen voor Suriname onbekend zijn en dat derhalve, de bouwwerkzaamheden beter gestaakt kunnen worden.

Boldewijn vreest ook dat aan een brug, heel nadelige gevolgen zal hebben. “De backtrack veroorzaakt reeds een aantal problemen, zoals smokkel en tal van andere activiteiten. Wie of wat garandeert ons, dat dergelijke activiteiten na de komst van de brug zullen afnemen?” Volgens hem is het bouwen van een brug tussen twee landen, een positief teken voor de vijand om heel gemakkelijk een aanval te plegen.

Boldewijn stelt voor, dat de regering momenteel liever investeert in de wederopbouw van de economie. “Indien men zo graag aan een brug wil werken, waarom begint men niet met het simpele onderhoud van onze infrastructuur? Er zijn tal van bruggen en wegen die gerepareerd moeten worden, waarvan de Wijdenboschbrug ook deel uit maakt. De Wijdenboschbrug staat bijkans twintig jaar zonder enig onderhoud of zien we de essentie van die brug niet? Een ander voorbeeld hiervan is de veerboot van Nickerie, de Canawaima. Kunnen we die niet eerst goed in orde maken?”, aldus Boldewijn.

Andere prioriteiten

Eind deze maand moet de regering 26 miljoen US-dollar aan de Oppenheimer 1-lening aflossen. In het kader hiervan zegt Boldewijn, dat we voor een grotere uitdaging staan dan het bouwen van een brug. “In de gepresenteerde plannen van de huidige regering heb ik nimmer gelezen, dat de bouw van een brug is opgenomen. Waar komt dat plan nu plotseling vandaan? We hebben financiële schulden die we moeten aflossen. Op dit moment hebben we geen andere keus, dan de koppen bij elkaar steken om op mogelijkheden te komen voor de aflossing van die schuld. De lening staat bij wijze van spreken al op onze stoep, we kunnen niets anders dan aflossen. Nogmaals, Suriname kan zich op geen enkele manier een brug permitteren. Vooral niet in de urgentiefase”, stelt Boldewijn.

Volgens Boldewijn kan Suriname zich geen nieuwe schulden permitteren. De huidige regering moet volgens Boldewijn niet alleen diepgaande gesprekken voeren met Surinaamse autoriteiten over de bouw van de brug, echter ook hoe de schulden van Suriname afgelost kunnen worden. “Hoe kan je nu in een schuldpositie zitten en onderhandelen over een brug? Hoe gaan we nieuwe schulden maken, terwijl we de huidige leningen niet kunnen aflossen. Velen hebben het serieuze van deze zaak nog niet ingezien en Suriname kan zich geen nieuwe problemen permitteren. We hebben totaal geen kapitaal.”

Boldewijn deelt de mening, dat de regering met de bouw van een brug, indruk wil maken op samenleving. “Indien Suriname schuldvrij was, kon dit indrukwekkend zijn.” Volgens de bestuurskundige is het afkondigen van de brug in de urgentiefase, een druppel op een hete plaat. “Als Suriname zich reeds in de ontwikkelingsfase bevond, was er helemaal geen vuiltje aan de lucht. Ik neem aan dat, het in een schuldvrije positie wel mogelijk kon zijn”, zegt Boldewijn.

Technische aspecten

Ofschoon de regering nauwelijks een overeenkomst heeft gesloten met het buurland, zegt Boldewijn, dat hoewel de bouwwerkzaamheden nog niet uitgevoerd kunnen worden, de technische aspecten die de brug met zich zal brengen, bekeken moeten worden. “Dit is niet net als de Wijdenboschbrug, het gaat hier om twee landen, dus er moeten duidelijke afspraken gemaakt worden, alvorens men overgaat tot andere werkzaamheden. Ten eerste moeten we onze territoriale autoriteiten niet verkwanselen, de Corantijnrievier is 100 procent Surinaams. Dat wel zeggen, dat het moeilijk zal zijn om de zeggenschap van de brug met het buurland te delen. Ten tweede moeten we alle gegevens, met name model en materiaal, van de brug hebben”, aldus Boldewijn.

-door Orsilia Dinge-

More
articles