‘BESTE CHAN, GRIJP NU IN!’

BETER TEN HALVE GEKEERD DAN TEN HELE GEDWAALD

Tijdens mijn werk in Suriname heb ik het land leren waarderen. Suriname is een prachtig land met een overweldigende natuur, een heerlijk klimaat en een plezierige bevolking. Het multi-etnische karakter van de samenleving vormt een oase van culturele verscheidenheid, prachtige kleding, boeiende kunst en heerlijk eten. Maar ik zag ook de traditionele maatschappelijk-economische segmentatie op basis van etniciteit en de langdurige invloed van de soldaten die destijds een staatsgreep pleegden en later met een populistische politieke partij de macht naar zich toe trokken. Helaas is, mede door het gebrek aan ethisch besef en intellect bij de soldaten, het land langdurig geleid als een voortzetting van de militaire dictatuur. Machtsmisbruik, corruptie, zelfverrijking, vriendjespolitiek en een schrijnend gebrek aan basale bestuurlijke vaardigheden, zijn door de vorige regering geïnstitutionaliseerd. Het land is geheel leeggeroofd en staat er financieel-economisch berooid voor.

Na tien jaar regeringsmacht tijdens twee kabinetten onder leiding van de toenmalige couppleger, lijkt daar een einde aan te komen. De loze beloftes waar het volk bij de verkiezingen in 2015 nog in geloofde, konden door de lege schatkist en de enorme overheidsschulden, niet worden ingelost. Het volk koos dit jaar voor ingrijpende verandering. Geënthousiasmeerd door de protestbewegingen en nieuwe politieke partijen van jonge Surinamers, liet men de politieke partij van de couppleger, inmiddels veroordeeld tot een langdurige gevangenisstraf voor betrokkenheid bij meervoudige moord, vallen als een baksteen. Helaas voor de nieuwe lichting politici, gingen de stemmen vooral naar de VHP van Chan Santokhi, die zich goed had gepresenteerd als de maatschappelijke verbinder die korte metten zou maken met de fouten uit het verleden en Suriname welvaart en welzijn te brengen.

Wat was het spannend rond de verkiezingen in mei! Zouden deze wel doorgaan tijdens de coronacrisis? Zou de zittende regering niet frauderen? Het hele Surinaamse volk en velen in het buitenland volgden de afronding van de tellingen in het Nationaal Indoor Stadion via social media. Het leek een eeuwigheid te duren, maar uiteindelijk bleken de verkiezingen eerlijk te zijn verlopen en kwam de VHP als grote winnaar uit de bus. Er ging een zucht van opluchting door het land. Eindelijk was afscheid genomen van de oude politiek en alles zou anders worden. De VHP en later de regeringscoalitie presenteerden compacte plannen. Deze werden kritisch beschouwd vanwege de soms beperkte diepgang en het ontbreken van concrete initiatieven, maar de uitgangspunten waren goed. Er zou onder meer gewerkt worden aan goed integer bestuur en leiderschap, een efficiënte overheid als betrouwbare partner, versterking van toezicht en controle, bestrijding van nepotisme en corruptie, het op orde brengen van de overheidsfinanciën en transparantie en verantwoording.

De nieuwe regering is inmiddels ruim een maand aan de slag en heeft zich verdiept in de erfenis die de vorige regering naliet. Het land blijkt er nog veel slechter voor te staan dan men al dacht. Er zijn ingrijpende maatregelen nodig om de boel op orde te krijgen. Hoewel de regering ongetwijfeld zijn best zal doen om de door fraude en corruptie weggesluisde middelen terug te krijgen, is het toch het volk dat het gelag betaalt door hogere belastingen, het wegvallen van subsidie op elektriciteit, gas en water en een verdere daling van de waarde van de Surinaamse dollar. Dat is simpelweg onvermijdelijk. De regering Santokhi loopt het risico dat het volk zijn beklag doet en, ten onrechte, constateert dat het er onder de nieuwe regering niet beter op wordt. Dat vraagt heel veel uitleg in eenvoudige taal, zodat het volk er begrip voor op kan brengen dat het land eerst door een diep dal moet voordat de heuvel kan worden beklommen.

De regering-Santokhi kan direct laten zien waarin zij verschilt van de vorige regering. Niet alle maatregelen hebben pas effect op lange termijn. Veel verbeteringen kunnen onmiddellijk worden ingevoerd en wanneer het volk hiervan kennis neemt, zal dat enorm worden gewaardeerd. Daarmee wordt vertrouwen gecreëerd, dat hard nodig is om de acceptatie van de strenge maar noodzakelijke maatregelen te verhogen. Helaas blijkt dat op een aantal punten ernstig mis te gaan. De regering-Santokhi beloofde op de centjes te zullen letten. Er was veel commotie na de machtsoverdracht rond de vermeende diefstal van dienstvoertuigen door voormalige bewindspersonen. Ik vroeg mij toen af waarom ministers van een klein land met grote financiële problemen, eigenlijk een dienstvoertuig moeten hebben. De meesten van hen wonen relatief dichtbij hun ministerie en beschikken over eigen vervoer. Waarom is de nieuwe regering er niet toe overgegaan om een vergoeding voor de werkelijke reiskosten te verstrekken? Volgens de media heeft de regering besloten om drieëntwintig zeer luxe terreinwagens te huren voor 138.000 USD per maand. Dan wordt het moeilijk om uit te leggen dat de regering een solidariteitsheffing invoert om de inkomsten van de overheid te verhogen.

Ik ergerde mij tijdens mijn verblijf in Suriname mateloos aan het nepotisme en het cliëntelisme van de vorige regering. De regering bevoordeelde ongelimiteerd en ongegeneerd familieleden en vrienden door hen in hoge functies bij de overheid of parastatale bedrijven te benoemen, terwijl zij hiervoor meestal niet de competenties hadden. De regering gunde opdrachten aan bevriende relaties zonder de gebruikelijke procedures voor offertes en aanbestedingen, waarbij er dikwijls veel geld aan de strijkstok bleef hangen in de vorm van kickback-betalingen. Veel bekende voormalige politici en bevriende ondernemers zijn hierdoor rijk geworden. Om de continuïteit van de regeermacht te garanderen, gunde de regering rendabele opdrachten aan bevriende relaties die daarvoor hun financiële en politiek steun toezegden. Dat laatste heeft de vorige regering uiteindelijk niet in het zadel gehouden, vermoedelijk tegen de eigen verwachting in, omdat de koopkracht van het volk al naar een dieptepunt was gedaald. Gelukkig zou aan dit nepotisme en cliëntelisme snel een einde komen, dacht ik naïef, nu de nieuwe regering aan de slag is.

Wanneer een nieuwe regering aantreedt, worden vanzelfsprekend de politieke bewindspersonen vervangen. Soms gaat de vervanging in bepaalde landen nog een stapje verder en raakt het ook de top van de ministeries en de overheidsinstellingen. Het is geen vanzelfsprekendheid in moderne, goed functionerende parlementaire democratieën, dat de gehele top van de ministeries, overheids- en semioverheidsinstellingen en parastatale ondernemingen wordt vervangen. Gelet op het voorheen bestaande nepotisme en cliëntelisme, begrijp ik de noodzaak om de vele incapabele personen te vervangen, maar het zou in de toekomst niet langer nodig moeten zijn.

Personen komen slechts voor hoge functies bij de overheid of parastatale bedrijven in aanmerking wanneer zij aan de daarvoor gestelde vereisten voldoen. Dit is een open deur, toch? Om zeker te stellen dat hieraan wordt voldaan, is doorgaans in wetgeving en in codes voor goed ondernemingsbestuur vastgelegd aan welke voorwaarden moet worden voldaan. De Surinaamse wet verbiedt de bevoordeling van familieleden en relaties door bewindspersonen vanwege het risico van belangenverstrengeling. Daarom kunnen deze familieleden en relaties, helaas voor hen, geen hoge functies bij de overheid of parastatale bedrijven vervullen zodra hun familielid als bewindspersoon is aangetreden. Evenzo mag er geen sprake zijn van potentieel tegengestelde belangen wanneer iemand meerdere functies vervuld. Zo mag iemand nooit tegelijkertijd een functie vervullen bij twee bedrijven die een zakelijke relatie met elkaar hebben, dan is er namelijk altijd sprake van een tegengesteld belang. Dat is in veel codes voor goed ondernemingsbestuur ook zo vermeld, maar op basis van gezond verstand, kan iedereen dat zelf bedenken. Een combinatie van functies bij veel grote ondernemingen is toch al niet goed, omdat de macht van betrokkene dan te groot wordt en onvoldoende tijd beschikbaar is om elke functie goed te vervullen.

Tot mijn grote verbazing stelde Santokhi zijn echtgenote aan op een politieke functie en als lid van de Raad van Commissarissen (RvC) van Staatsolie, twee blunders van formaat. Het spreekt voor zich dat zij, conform de wet, alleen de ceremoniële functies mag vervullen die passen bij de partner van de president en niet benoemd mag worden in een presidentiële commissie. Dat is in strijd met de wet en met democratische beginselen. Evenzo is sprake van belangenverstrengeling wanneer de president zijn vrouw benoemd als lid van de RvC van Staatsolie. Dat mag gewoon niet. De president roemt zijn echtgenote om haar juridische expertise en omdat ze een aantal opleidingen heeft afgerond, maar de relevantie hiervan is nihil. Volgens het reglement van de RvC van Staatsolie, moeten alle leden van de raad ten minste tien jaar als CEO of op het niveau van senior management hebben gefunctioneerd bij een bedrijf met vergelijkbare omvang en financieel onderlegd zijn. Ik vermoed dat de echtgenote van de president hier niet aan voldoet. Met haar juridische kennis had zij zelf moeten vaststellen, dat zij niet voor benoeming in aanmerking komt.

De reacties in de pers en op sociale media op de functies van de echtgenote van de president waren fel, en terecht. Het aantal kritische reacties verveelvoudigde toen bleek dat de vicepresident kwistig strooide met functies voor zijn familieleden. Zijn broer is lid van de RvC van Havenbeheer, Surinaamse Luchtvaart Maatschappij, Energiebedrijven Suriname en Staatsolie. Het mag duidelijk zijn dat hij daarmee tegenstrijdige belangen vertegenwoordigt, een te grote machtspositie heeft en als broer van de vicepresident, te direct gerelateerd is aan de politieke macht. Met de ontkenning dat sprake is van belangenverstrengeling en concentratie van macht, bewijst hij zijn onkunde. Dat blijkt ook uit zijn opmerking dat ‘’de president de baas is van alle bedrijven in het land. Dat vindt niemand te veel, want anders zouden er presidenten moeten zijn op allerlei niveau’’. De vicepresident benoemde ook enkele van zijn kinderen op hoge posities. Waar houdt dit op? Hij schept erover op wel honderd kinderen te hebben. Het is lastig om te bepalen of hij weer één van zijn vele kinderen heeft bevoordeeld. De meesten dragen niet zijn familienaam, omdat hij ze niet heeft erkend. Het was waarschijnlijk valse hoop om te denken dat een vermeende oorlogsmisdadiger en veroordeelde drugscrimineel die op dubieuze wijze zijn rijkdom vergaarde, na jaren in zijn voordeel zou zijn veranderd.

Op sociale media circuleren meer aanstellingen van familieleden en relaties van de leden van het kabinet die als onzuiver worden aangemerkt. Ik kan deze niet allemaal beoordelen. De ontzetting in de media en op sociale media over deze aanstellingen is groot. Nu al stellen velen vast dat de regering-Santokhi, niets beter is dat de regering die het volk naar huis heeft gestuurd. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Er is nog zoveel werk te verzetten voordat het Surinaamse volk de eerste vruchten kan plukken van de ingezette verbeteringen. Veel verbeteringen zullen pas op lange termijn merkbaar zijn. Indien en voor zover het mogelijk is om verbeteringen op korte termijn door te voeren, moet Santokhi dat niet nalaten. Suriname mag niet weer vervallen in het nepotisme en het cliëntelisme waarvoor de vorige regering zo werd verfoeid. Suriname moet nu eindelijk eens ophouden om politieke macht te beschouwen als een mogelijkheid om partijgetrouwen en familieleden aan een betaalde baan te helpen. Wanneer het nodig is om daarvoor de vicepresident of andere bewindslieden tot de orde te roepen, vraag ik Chan Santokhi om dat te doen. Chan, draai de benoemingen die in strijd zijn met de wet, codes voor goed ondernemingsbestuur en gezond verstand, zo snel mogelijk terug. Voorkom dat je goodwill al in de eerste maanden is verspeeld. Het Surinaamse volk heeft de nieuwe regering de komende jaren hard nodig.

H.M.

 

 

 

More
articles