Op 19 juli 2010 werd Desi Bouterse met 36 van de 50 parlementaire stemmen gekozen tot president van Suriname. Op 12 augustus 2010 werd Bouterse als zodanig geïnaugureerd in een buitengewone vergadering van De Nationale Assemblee (voor deze gelegenheid eenmalig verplaatst naar de Anthony Nesty Sporthal) en hij nam officieel de macht over van zijn voorganger Ronald Venetiaan. Om diverse redenen wilde Venetiaan de ambtsketen niet zelf omhangen bij Bouterse. Parlementsvoorzitter Jennifer Geerlings- Simons heeft toen de ambtsketen omgehangen bij Bouterse. Tien jaar later, afgelopen donderdag 16 juli, moest Bouterse dezelfde daad verrichten bij zijn opvolger Chan Santokhi die als president was verkozen, alleen heeft hij dat gedaan met een sjerp i.p.v. de ambtsketen. Keerpunt was verrast met deze actie en is op onderzoek uitgegaan en het blijkt dat in 2014, er een ontwerpwet was ingediend in het kader van het ambtssymbool president en die is met algemene 32 stemmen goedgekeurd. Er was aanvankelijk veel kritiek vanuit de oppositie op dit wetsontwerp. De ambtsketen werd gewoonlijk gedragen bij officiële aangelegenheden, maar had geen wettelijke basis, volgens het Kabinet van de President. Bouterse vond het nodig dat er een wet zou komen voor het ambtssymbool. Bovendien wilde hij de sjerp invoeren naar analogie van Zuid-Amerikaanse presidenten. Keerpunt is van mening dat de sjerp zeker erbij mag voor het gemak, maar de optie voor het dragen van de ambtsketen moet wel blijven bestaan. De keuze in deze moet vrij blijven per staatshoofd. De ambtsketen is een symbool uit ons verleden en dat moet gewaardeerd worden naar aanleiding van de geschiedenis die verbonden is eraan. Ook is de ambtsketen een statussymbool van een president in verschillende landen. Een sjerp is misschien gebruikelijk in andere landen, maar is zeker niet statiger dan een sjerp met een paar stukjes goud. De ambtsketen en het wapen dat eraan hangt, is ook gemaakt van goud en mag niet verdwijnen uit onze geschiedenis. Keerpunt heeft vernomen, dat Bouterse toentertijd genoeg had van deze koloniale keten en dat hij daarom zo snel als mogelijk af wilde van dit staatssymbool. Wij vinden dat deze gedachte zeker past bij de denkwijze van Bouterse die jarenlang duidelijk heeft gemaakt, dat hij niets te maken wilde hebben met ons koloniaal erfgoed (zie wapen op het paleis). Ook wat betreft de band met Nederland heeft hij duidelijk laten merken, dat hij daar geen waarde aan hecht en hij heeft er alles aan gedaan om afstand te nemen van deze relatie.