“Ik ben ervan overtuigd, dat de koers voor een US-dollar nooit meer SRD7,50 zal zijn. Het zal ook geen SRD 13 zijn, maar hij zal waarschijnlijk ruim daar boven liggen”, zegt de economist, Winston Ramautarsing, tegenover de krant. Volgens hem zal er twee tot drie maanden na de verkiezing, een periode van overdracht zijn die ook heel belangrijk is voor de economie van Suriname. “Als de huidige regering de verkiezingen wint, dan zal er een periode van bezuiniging volgen, zoals dat bij de vorige verkiezingen het geval was. Indien zij de verkiezingen verliest zal er een periode zijn van verschroeide aarde, waarbij zaken mogelijk kunnen worden verergerd”, aldus Ramautarsingh.
In de samenleving zou paniek zijn ontstaan over het aantal nieuwe Surinaamse dollar biljetten dat de afgelopen maanden in omloop is gebracht.
Volgens Ramautarsing is het feit dat er nieuwe biljetten in omloop zijn gebracht, nog geen bewijs van monetaire financiering, omdat oude biljetten ook uit omloop zijn gehaald. Echter geeft hij aan, dat monetaire financiering in dezen wel een feit is, omdat dit gehaald kan worden uit de economische balans van de afgelopen maanden. Ramautarsing zegt dat het allemaal is begonnen met het ontslag van de oud-governor van de Centrale Bank van Suriname, Glenn Gersie. Daarna zou artikel 21 van de bankwet, die tijdelijk aan een kant was gezet, wederom in werking gesteld. De regering zou daarbij in de gelegenheid zijn gesteld meer geld te verkrijgen van de CBvS, die verplicht was slechts 10 procent aan de overheid te geven. Toentertijd zou al ruim SRD 650 miljoen zijn afgedragen, waarna dezezelfde lening werd omgezet in een lange termijn krediet en de overheid wederom ruimte verschafte, voor nog een lening van SRD 650 miljoen. Er werd daarna een noodfonds opgezet bij wet, waar de regering wederom 850 miljoen onttrok aan de CBvS. “Dit was allemaal naast de verkapte monetaire financiering. Het is al een tijdje gaande en het is ook te merken aan de koers, die plotseling uit de pan vliegt ”, aldus Ramautarsing.