IMF-trekkingsrechten ingezet om Oppenheimer te betalen

‘Deviezenreserve verder afgenomen’

Uit de weekbalans van de Centrale bank van 24 april jongstleden blijkt, dat de speciale trekkingsrechten van Suriname bij het Internationale Monetaire Fonds (IMF) waarschijnlijk grotendeels zijn aangewend voor de betaling van de halfjaarlijkse rente op de staatsobligatielening 2016 – 2026 van USD 550 miljoen die via Oppenheimer was afgesloten. De Special Drawing Rights oftewel SDR namen in de week van 17 – 24 april door de betaling af met SRD 143,7 miljoen ofwel ongeveer 20 miljoen USD tot SRD 88,2 miljoen. Door deze betaling is de monetaire of deviezenreserve van Suriname verder afgenomen. Volgens een betrouwbare bron is hiermee een potentiële ‘default’ van Suriname vermeden. Dit werd al gesteld door deskundigen, naar aanleiding van de kredietwaardigheid van Suriname die door Fitch en Standard & Poor’s gedegradeerd is tot CCC+, oftewel “hoog risico en junk”. Default krijgen landen die hun schulden niet terug kunnen betalen.  Special Drawing Rights oftewel speciale trekkingsrechten, werden door het IMF in het leven geroepen om landen tijdelijk te helpen die in betalingsbalansproblemen zijn geraakt als gevolg van verminderde valuta inkomsten. Hierdoor kunnen zij dienen als een gemeenschappelijke basis van betaling zonder dat de munt van een land de internationale standaard wordt en dat land dus een bevoorrechte positie geniet.

De SDR zijn onder beheer van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en de bank alleen kan onderhandelen ten aanzien van de verkoop. Deze verkoop betekent ook, dat de moederbank de staat weer voorziet van een lening, aangezien het de bedoeling is dat de Oppenheimer rente hiermee wordt betaald. Dat wil zeggen, dat de Centrale bank weer eens de staat te hulp is geschoten in zijn betalingsverplichtingen.  Naar wij vernemen gaat het IMF spoedig additionele SDR alloceren voor lidlanden die door de Corona crisis in ernstige economische problemen zijn geraakt.

More
articles