Bouterse en Adhin wisten van verkoop ‘overheidsgebouwen’

De minister van Financien, Gillmore Hoefdraad heeft vorig jaar gebruik gemaakt van een bedenkelijke constructie om zeventien (17) overheidspanden “te verkopen” aan de Centrale Bank van Suriname (CBvS). De details van deze “verkoop” staan uitgebreid toegelicht in een lijvig document, dat De Nationale Assemblee vorige week heeft ontvangen van de procureur-generaal mr. Roy Baidjnath Panday. In dit document zijn de vermeende strafbare feiten van minister Gillmore Hoefdraad van Financien vastgelegd. In het document zijn deze strafbare feiten  uitvoerig aangegeven en toegelicht met onderliggende stukken. Ten aanzien van de “verkoop” van de overheidsgebouwen zijn er twee brieven van Hoefdraad gericht aan ex-governor Robert van Trikt, waarin hij aangeeft, de desbetreffende overheidspanden “over te dragen” aan de CBvS voor een gedeeltelijke financiering of schuldverrekening.  Deze tekst is in strijd met de werkelijkheid, omdat Van Trikt in de twee brieven aan Hoefdraad praat over het “aankopen van de overheidspanden”. Ten tweede heeft er nimmer een gedeeltelijke financiering of schuldverekening plaatsgevonden, integendeel heeft Van Trikt  aan Financien uitbetaald, met middelen van de CBvS, namelijk een totaal bedrag van Euro 105 miljoen( Euro 60 miljoen en Euro 45 miljoen, voor in totaal 17 panden). In de eerste brief van dd. 26 juni 2019 noemt Hoefdraad een bedrag van Euro 45 miljoen voor 8 gebouwen en in de tweede brief dd. 20 november 2019 noemt hij een bedrag van Euro 60 miljoen voor 9 gebouwen. De verkoop van de overheidspanden zijn niet buiten kennis van president Bouterse en vice-president Adhin omgegaan.

De redactie heeft uit het document van de PG kunnen opmaken, dat Hoefdraad aan Van Trikt in een brief dd. 20 november 2019 heeft laat weten, dat met verwijzing naar de bespreking met de President van de Republiek Suriname aan de ex-governor had medegedeeld: “De Staat wenst zijn toebehorend onroerend goed in de staat zoals het zich bevindt, over te dragen, waarmede dan bewerkstelligd wordt dat er gedeeltelijke financiering of schuldverekening kan plaatsvinden”, aldus Hoefdraad. De Staat heeft de volgende onroerende goederen ter beschikking gesteld aan de Centrale Bank van Suriname nl.:

Hoofdkantoor Ministerie van Financien- S.M. Jamaludinstraat 26;

Directoraat Financien – J.D. Gomperstraat 03;

Trainingscentrum Financien –Gongrijpstraat 51;

Parking Trainingscentrum Financien – Gongrijpstraat 36;

Directoraat Ontwikkelingdfinanciering – Henck A.E. Arronstraat 36;

Gebouw t.o. Belastingkantoor (Advisuers MIN)- van Sommelsdijckstraat 34;

Belastingkantoor- Van Sommelsdijckstraat 27;

Directoraat Belastingen (Oud- BDO Gebouw)- Kerkplein 12;

Het Nationaal Informatie Instituut (ABC- gebouw)- Mahonylaan 55.

Bepaalde van de bovenstaande genoemde gebouwen staan op de UNESCO Wereld-erfgoedlijst.  In het schrijven waarin de panden worden opgesomd, wordt door Hoefdraad aangegeven, dat deze panden een geschatte marktwaarde hebben van Euro 60 miljoen. De minister van Financien heeft in samenwerking met Van Trikt de volledige geschatte marktwaarde van 17 overheidspanden ontvangen, alvorens de overdracht heeft plaatsgevonden en daardoor Van Trikt in strijd heeft laten handelen met artikel 18 en 21 van de Bankwet. Met betrekking tot de 9 panden die zijn genoemd in het tweede schrijven (d.d. 20 september 2019) van de minister van Financien ontbreekt er een missive van de Raad van Ministers, alsook een resolutie van de president van de Republiek Suriname. Uit dit onderzoek is gebleken, dat deze panden genoemd in die tweede brief niet in eigendom aan de Staat toebehoren, maar staan op naam van de stichtingen en naamloze vennootschappen. De 9 genoemde panden zijn nog niet overgedragen op naam van de CBvS terwijl de betalingen reeds hebben plaatsgevonden aan de minister van Financien ad Euro 105 miljoen voor 17 panden.

 

More
articles