De royalty’s en de 2% goud die Rosebel Gold Mines afdraagt aan het staatsbedrijf Grassalco heeft de regering meerdere keren als onderpand uitgegeven. Dit is geconcludeerd in het lijvig document dat De Nationale Assemblee afgelopen donderdag heeft ontvangen van de Procureur-Generaal (pg) Mr. Roy Baidjnath Panday. In het document wordt uitvoerig aangetoond en toegelicht met onderliggende stukken, dat ex-governor Robert van Trikt en Gillmore Hoefdraad van Financien in strijd hebben gehandeld met artikel 18 en 21 van de Bankwet, alsook artikel 386 jo 67 en 423 van het wetboek van Strafrecht (oplichting/ambtsverduistering).
Van Trikt heeft bij de politie verklaard, dat hij de overeenkomst voor de diensten van Clairfield Benelux in afstemming met Hoefdraad heeft ondertekend, maar de minister van Financien heeft eerder verklaard dat het idee achter dit project hem bekend is, maar dat hij niet op de hoogte was dat er reeds verregaande afspraken waren gemaakt. Hoewel Hoefdraad aangeeft en hierdoor mogelijk ook de regering aangeeft, dat het hem niet bekend is, dat er reeds een overeenkomst is ondertekend tussen de CBvS (Van Trikt) en Clairfield Benelux komt er op 11 oktober 2019 een missive uit en ondertekend door de voorzitter van de Raad van Ministers (RvM), de Vice President Ashwin Adhin.
Deze missive is gericht aan de minister van Natuurlijke Hulpbronnen en daarin is aangegeven, dat de RvM naar aanleiding van het voorstel van de laatstgenoemde Minister van 7 oktober 2019 in zijn vergadering heeft besloten, dat de royalty’s welke Rosebel Gold Mines N.V. afdraagt aan de Grasshopper Aluminium Company N.V. (Grassalco) op grond van de Delfstoffenovereenkomst d.d. 7 april 1994 gesloten tussen de Republiek Suriname, Grassalco en Golden Star Resources ltd en de 2% van het goud dat IAM GOLD Rosebel Goldmines afdraagt aan Grassalco voor de duur van 15 jaar afdraagt aan de CBvS. Op 1 november 2019 wordt er tussen de minister van Financien en Van Trikt een overeenkomst ondertekend, waarin het volgende wordt vastgelegd, namelijk dat de Staat ingaande 01 november 2019 voor de duur van 15 jaar en wel tot 1 november 2034 zij royalty’s die Grassalco N.V. verkrijgt van IAM GOLD afdraagt aan de CBvS. In de overeenkomst staat vermeld aan verwachte inkomsten van USD 427,906,000.00 (vierhonderd zevenentwintig miljoen negenhonderd en zes duizend USD) en daartegenover contante waarde van de Royalty’s geraamd op USD 300,000,000.00 (drie honderd miljoen USD). In de overeenkomst staat duidelijk vermeld, dat uit de aan de CBvS afgedragen inkomsten; alle schulden die de staat heeft bij de CBvS worden afgelost, alsmede de overschrijding van de lopende rekeningen. Met andere woorden betreft dit geen leenovereenkomst, maar een overeenkomst waarin de Staatsschuld (SRD23 miljard) wordt afgelost door middel van de Royalty’s. In de prospectus van 20 december 2019 tussen de Republiek Suriname en Oppenheimer & Co. t.a.v. de lening van USD 125,000,000 (honderd vijf en twintig miljoen USD/ het merendeel bestemd voor de overname van de Afobakkastuwdam) staat er aangegeven, dat Suriname binnen 90 dagen geregeld moet hebben, dat alle royalty betalingen van IAM GOLD naar een speciaal account gaan als zekerheidstelling voor de lening. Ook, andere betalingen van IAMGOLD aan de overheid of overheidsbedrijven moeten rechtstreeks naar deze account. Indien, Suriname niet kan voldoen, gaat de rente van de lening met 3% omhoog. Om te voldoen aan hetgeen overeengekomen, met Oppenheimer&Co. heeft Hoefdraad een zogeheten “Waterval constructie” toegepast. Dat wil zeggen, dat de royalty’s die op 01 november 2019 aan de CBvS op 21 december 2019 nog eens zijn gebruikt bij de leenovereenkomst tussen de Staat en Oppenheimer & Co. Met de zogeheten “Waterval constructie” worden de royalty’s binnen 90 dagen op de special account geplaatst, om bij de Oppenheimer te doen voorkomen dat de Staat zich heeft gehouden aan de overeenkomst, waarna de roylaty’s naar de CBvS gaan zoals overeengekomen op 01 november 2019. Na deze contructie van Hoefdraad werden de royalty’s en de goudreserves begin dit jaar door de CBvS als zekerheidstelling gegeven aan de lokale banken na het schandaal van de “verdwenen” kasreserves . De regeling is opgenomen in het terugbetaalcontract van de ruim US$ 200 miljoen (ruim US$ 100 miljoen aan kasreserve en US$ 97 miljoen aan vreemde valuta termijndeposito).