De Surinaamsche Bank (DSB) heeft een kortgeding aangespannen tegen de Centrale Bank van Suriname (CBvS) voor de verduistering van de vreemde valuta-kasreserve. DSB eist ondertekening van het contract inzake de verdwenen kasreserves, zonder vrijwaringsclausule. De Centrale Bank pleit aanhoudend voor een vrijwaringsclausule in het contract, zodat de leidinggevenden van de bank niet strafrechterlijk vervolgd kunnen worden. “Ik wil geen opmerkingen maken in een lopend proces, maar ik kan in het algemeen stellen, dat er een tijd is voor emotie, en een tijd is voor rationele gesprekken. Maar als partijen elkaar niet in partnerschap kunnen vinden, dan is de tijd aangebroken voor de rechtspraak. Als het gezamenlijk niet lukt, dan is het tijd om een onafhankelijke derde erbij te halen”, zegt Steven Coutinho, CEO van DSB tegenover De West.

De Centrale Bank had vorig jaar het kasreservepercentage verhoogd van minder dan 20% naar 50%. Begin dit jaar kwamen de lokale banken er namelijk achter, dat een deel van de vreemde valuta kasreseves die onder beheer van CBvS was gebracht, oneigenlijk was gebruikt. De Surinaamse Bankiersvereniging (SBV) is daarom sinds februari 2020, bezig met het ringfencen van de overgebleven vreemde valuta kasreservemiddelen.

Het ringfencen van de overgebleven kasreserves, is sinds vorige week een feit, nu rest alleen het contract ten behoeve van de terugbetaling van het ontbrekend deel van de kasreserve en de termijndeposito’s. Het gaat hierbij om een bedrag van USD100, – miljoen aan kasreserve die de handelsbanken vorig jaar verplicht onder het beheer van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) moesten plaatsen en USD 97, – miljoen aan termijndeposito’s. Naar wij vernemen wil de directie van DSB niet langer aan het lijntje gehouden worden door de moederbank en probeert nu via deze rechtszaak af te dwingen dat de “verdwenen” kasreserves worden terugbetaald. Volgens Coutinho is er nog onvoldoende beweging vanuit de minister van Financiën, noch vanuit CBvS om de liquiditeitsravage die is aangericht aan het bankwezen, te herstellen. De lokale banken hebben meerdere keren toegegeven, dat zij de onderhandelingen met de Centrale Bank ervaren als langzaam en frustrerend. Het traject voor het tekenen van het contract verloopt stagnerend, sinds de ondertekening van de gezamenlijke “term sheet” op 25 januari jongstleden. Voor de bankiers was het opstellen van het contract na de overeenstemming van de “term sheet” een werkelijke lijdensweg. Dit was te merken aan de reacties die de media kreeg, vanwege de bankiers. Dit contract zou ervoor moeten zorgen, dat de “gebruikte” kasreserve onder de juiste voorwaarden terug wordt betaald. “De terugbetaling van kasreserves zal geschieden op basis van de getekende “term sheet” die de banken hebben afgesproken met de Centrale Bank. Het contract hebben we aangeboden aan de CBvS die enkele zaken materieel gewijzigd heeft, waardoor wij als banken wederom in onderhandeling zijn gegaan met de CBvS onder leiding van governor Roemer”, zegt de voorzitter van de bankiersvereniging Eblein Frangie tegenover De West in een eerder gesprek. Ook zei Frangie vorige week tegenover onze redactie, dat de vordering op de Centrale Bank van Suriname (CBvS) wel blijft, maar het is inderdaad nog niet geformaliseerd. “Er is een bestaande rechtsrelatie en ze moeten terugbetalen. In het contract zou moeten worden geregeld hoe de terugbetaling zou moeten geschieden (uit welke cashflow) en de looptijd”, aldus Frangie. Voor Coutinho is het onbegrijpelijk, waarom zij nu al bijna 3 maanden moeten vragen om uitvoering te geven aan de “term sheet” die door de CBvS en Financiën reeds is getekend. Op basis van deze term sheet zijn de banken akkoord gegaan om in de publiciteit te treden te verklaren dat we een overeenkomt hadden en hoe de gelden terugbetaald zouden worden. “Bijna drie maanden na dato, zien wij nog geen uitvoering hiervan. Wij, en met name onze klanten, hebben een simpele doch dringende eis: herstel van de situatie voor de ongevraagde onttrekkingen,” stelt Coutinho.