De Wet Uitzonderingstoestand Covid-19 is afgelopen week in De Nationale Assemblee aangenomen met 27 stemmen vóór en 8 tegen. De VHP, NPS, DOE,PL en ABOP fracties hebben tegen deze wet gestemd, omdat zij niet eens zijn met de manier waarop deze wet met name de wet op de Staatsschuld en de Bankwet opzij worden gezet en de regering ook nog de mogelijkheid wordt geboden monetair te financieren. De fracties van VHP, NPS, PL, ABOP en DOE hebben gesteld, dat zij wel willen meewerken aan alle maatregelen om Covid-19 te bestrijden, maar deze wet behelst grotendeels de financiële opbouw van “fondsen” die de overheid nodig heeft en niet alleen ten bate van de maatregelen ter beteugeling van de “coronacrisis”. Asiskumar Gajadien van de VHP verklaarde bij de stemmotivatie, dat met deze wet andere financiële belangen veiliggesteld moeten worden voor de regering en de coalitie. Ook NPS-topper Gregory Rusland voerde aan dat de vrijheid van meningsuiting wordt aangetast in deze nieuwe wet. Maar het allerbelangrijkste zorgpunt blijft voor de oppositie, is dat er wordt afgeweken van de Bankwet. Volgens minister Gillmore Hoefdraad van Financiën is er ruim USD 26 miljoen beschikbaar. Keerpunt vraagt zich af, waar dit geld ineens vandaan komt? Een ieder weet inmiddels, dat de Staat Suriname zelf geen middelen heeft voor financiering van de “Covid-19 crisis”, dat heeft president Bouterse onlangs bevestigd. Verder is Keerpunt goed op de hoogte, dat de Centrale Bank van Suriname (CBvS) technisch failliet is en daarom ook niet zou kunnen voorzien in dit “noodfonds”. Daarom spreekt Keerpunt de hoop uit, dat de regering zich niet een tweede keer schuldig zal maken aan het “gebruiken” van de vreemde valutakasreserves van de commerciële banken, de spaartegoeden van de burgers. Want met deze nieuwe wet, bestaat de mogelijkheid helaas wél, aangezien de Bankwet opzij is gezet en de Staatsschuld gewoon overschreden kan worden. Simpel uitgelegd kan de regering lenen wat ze wil en verkopen wat ze wil.

Daarom hebben leden van de oppositie gesteld, dat zij ervan overtuigd zijn, dat de regering het geld uit dit noodfonds keihard zal verbrassen en wel met het oog op de verkiezingen. Keerpunt gaat ervan uit, dat de overheid alle registers uit de kast zal halen om haar uitgaven te dekken aangezien zij zelf geen financiële “buffer” bezit. Tot aan de verkiezingen toe heeft deze regering naar wij vernemen minimaal USD 300 miljoen nodig, om de economie niet vast te doen lopen en daarenboven komt, dat de obligatiehouders van het Oppenheimer Fund in april hun halfjaarlijkse rente van 9, 25% moeten ontvangen. Het gaat hierbij om een bedrag van USD 26 miljoen dat de Staat moet voldoen aan de obligatiehouders. Ook verneemt Keerpunt dat de geldpers op volle toeren draait om de salarissen van de ambtenaren en andere uitgaven van de overheid te dekken. Het bijdrukken van geld zal een sterke inflatoire werking tot gevolg hebben. Daarmee zullen de prijzen in de winkels tevens omhoog gaan, omdat ons geld een waardedaling zal ondergaan.