Volgens de Algemene Bond Personeel Milieubeheer (ABPM) die in een dispuut is verwikkeld met het ministerie van Openbare Werken, Transport en Communicatie (OWT&C) over het uitbetalen van de kledingtoelage, heeft het ministerie de rechter bij de behandeling van het kortgeding, voorgelogen. De bond zegt dat de staat aan deze eenvoudige vakbondscase, misleidende juridische complicaties heeft toegevoegd.
De bond haalt aan dat uit verklaringen van OWT&C zelfs blijkt dat op instructie van de ministeriële leiding, de rechter willens en wetens is voorgelogen. Intussen onthoudt OWT&C de medewerkers onrechtmatig hun geld. In dezen gaat het namelijk om de rechtmatige werkvoorziening van kledinggeld bij Milieubeheer. Volgens de bond hebben functionarissen van het ministerie van Openbare Werken, Transport en Communicatie, zich ervoor geleend om op instructie van de leiding van het ministerie, meineed te plegen. Door deze wandaad lijden leden en het bestuur van de ABPM, bij voortduring schade. Dit omdat het kledinggeld over 2019, niet adequaat uitbetaald is. Bovendien dreigt ook de tijdige uitkering van deze toelage over 2020, in gevaar te komen.
De bond legt uit dat evenals andere diensten van de overheid waar kledinggeld toegepast wordt, deze voorziening veelal op basis van overeenkomsten is. De toekenning van deze voorziening bij Milieubeheer vormt hierop geen uitzondering.
Op grond van akkoorden is deze toelage dus uitbetaald vanaf Milieubeheer naar Volksgezondheid was overgebracht, toen bij Binnenlandse Zaken en vanaf 2010 bij Openbare Werken. De leiding van het ministerie wil de onderhavige toelage intrekken, omdat deze voorziening nog niet geldt voor medewerkers van overige directoraten op dit ministerie. Bondsvoorzitter Hugo Blanker, zegt dat als het ministerie uniformiteit wil toepassen, het dan in overleg met de desbetreffende bond de onderhavige voorziening ook moet toepassen voor de medewerkers op bedoelde directoraten.
Bij de behandeling van het kortgeding dat Openbare Werken had aangespannen, heeft de vertegenwoordiging van Openbare Werken beweerd, dat het advies tot stopzetting van de toelage desgevraagd is gegeven door het ministerie van Binnenlandse Zaken. De rechter is voorbij gegaan aan de terechte verontwaardiging van de vakbond over deze mededeling, mede omdat ook zijdens hetzelfde ministerie werd bevestigd dat deze case nog deel uitmaakte van het tripartiete overleg tussen partijen. Volgens de bond chanteert het ministerie het bestuur van de ABPM en de desbetreffende nieuwe lichting medewerkers. OWT&C doet de bond het voorstel dat de laatstgenoemde groep medewerkers éénmalig in aanmerking kan komen voor deze voorziening, mits de vakbond afziet van verdere claims. “Wij beheersen het vakbondstechnisch traject”, stelt de bond in een persbericht. De bond geeft aan, het verdere juridisch traject aan zijn advocaat over te laten.