“Moet er rechtspersoonlijkheid gegeven worden aan de stam, de lo, de bee, het traditioneel gezag of een nader te bepalen entiteit?”. Dit vroeg de docent verbonden aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname (AdeKUS), Patricia Meulenhof, zich de vorige week af tijdens een lezing over de grondenrechten van inheemsen en marrons. Meulenhof was één van de sprekers op deze avond die was georganiseerd door de initiatiefgroep Vrienden van het Binnenland. Het thema van deze avond was: De rechten van inheemsen en marrons in relatie tot de effecten van goudwinning.
Volgens Meulenhof is er nog veel onduidelijkheid, maar vooral ontevredenheid over de grondenrechten van de binnenlandbewoners en wat deze allemaal inhouden. Ze gaf aan dat de rechten niet hetzelfde zijn als hetgeen het westers recht kent. “Ze hebben autonome kenmerken. Een voorbeeld daarvan is dat de mensen in het binnenland geen grenspalen kennen”, stelt Meulenhof. Ze vertelde dat het Hof veel heeft vastgesteld door middel van wetgeving, maar dat er ook ruimte is gelaten voor de overheid om samen met de mensen(rekening houdend met normen en waarden) nieuwe wetten toe te passen.
“Enkele technische begrippen die van belang zijn bij het samenstellen van rechten voor in-heemsen en marrons zijn rechtspersoonlijkheid, het autonomie beginsel, het recht op bescherming van collectieve eigendommen, en demarcatie van de grondgebieden’’, stelt de docent.
Een ander belangrijk punt om te komen tot een wetgeving is volgens de docent een politiek instituut. “Men moet weten welke bevoegdheden zo een instituut heeft en hoe het samengesteld zal worden”, aldus Meulenhof.
Hoewel Meulenhof aangaf dat er veel onduidelijkheid heerst betreffende het grondenrechten vraagstuk, is ze nog steeds van mening dat één van de belangrijkste factoren om te komen tot een uiteindelijke wetgeving, de eenheid onder de binnenlandbewoners is. “Ze zullen wel een wet maken, maar men zal merken dat die niet zal werken”, zei ze.
Onder de aanwezigen bevond zich onder meer de minister van Regionale Ontwikkeling(R0), Edgar Dikan. De bewindsman is van mening dat de regering haast alle partijen heeft betrokken bij het maken van de wetgeving. Deze is recentelijk aan hem overgedragen door de voorzitter van het management team. Het is de bedoeling dat de ingediende wetgeving aan het parlement wordt gepresenteerd, waarnaar er gestemd zal worden voor het aannemen.
-door Yves Kloppenburg-