Volgens advocaat Irvin Kanhai was de narco-duikboot niet zeewaardig. Dit stelde hij afgelopen maandag op de rechtszitting inzake de narco-onderzeeër en de daarbij betrokken verdachten. De advocaat gaf in zijn betoog aan, dat de deskundige van het Openbaar Ministerie, OM, verklaard had, dat het vaartuig reeds voor 95 procent af was en dat het zeewaardig was, hoewel de propellers nog niet bevestigd waren. Bij het trekken ter berging van de boot te Coppenamepunt maanden later, gingen de aanlegbeugels kapot en zonk de boot. Kanhai verdedigde de zaak door te stellen, dat het OM ernstige nalatigheid en slordigheid verweten kan worden. De vondst van een narco-onderzeeër in Saramacca betekende voor de Surinaamse gemeenschap de zoveelste schande, want wij werden met de neus op de feiten gedrukt, dat we ongetwijfeld een ‘hub’ zijn geworden voor het transporteren van enorme hoeveelheden cocaïne naar hoofdzakelijk West-Europa. Dat er helemaal geen cocaïne werd aangetroffen in de boot, betrof een kwestie van timing, want de boot zou naar alle waarschijnlijkheid op korte termijn in orde worden gemaakt voor het vervoeren van duizenden kilo’s cocaïne naar een andere bestemming, waar grif voor de cocaïne wordt betaald. Verder noemde Kanhai het onzin dat de boot vervaardigd was om op de Mid-Atlantische route te varen en die te koppelen aan een criminele organisatie. Hij achtte zulks ‘’kinderachtig’’. Keerpunt vraagt zich derhalve af, waarom dit vaartuig voorzien werd van een zware motor die de capaciteit wel bezat om een behoorlijke lading op grote afstand te kunnen vervoeren. Zoals inmiddels overal bekend, gaat erin zo een ‘semi-submersible vessel’ minimaal 5000 kilo cocaïne, hetgeen inhoudt dat minstens een dergelijke hoeveelheid hier opgeslagen lag of ligt, wachtende op het juiste moment voor doorvoer. Hoe deze grote hoeveelheden hier zijn beland, weten de handelaren, maar ook bij justitie heeft men er al een heel duidelijk beeld van. De verdachten in deze zaak, Gonzales C., Jimenez P., Luis R., Sanchez P. en Albida B., zijn momenteel nog in hechtenis. Tegen deze verdachten is er acht jaar cel geëist en een boete van SRD 60.000 of een vervangende hechtenis van drie maanden. Deze verdachten staan samen met Alonso V., Margarita B. en Mirabal G., van wie de voorlopige hechtenis is opgeschort, terecht in de narco-duikbootzaak. Maar wat doet de huidige regering nu eigenlijk aan deze nationale schande? De regering Bouterse bevindt zich wel in een heel moeilijk parket, want omliggende landen die ook zwaar gebukt gaan onder de drugsmisdaad, zullen het niet langer tolereren dat Suriname blijvend wordt misbruikt als ‘hub’ voor de doorvoer van enorme hoeveelheden cocaïne naar hun territoria. Daarom moet de regering toegeven dat zij tot nog toe gefaald heeft en niet uit nonchalance of eigenbelang blijven toekijken hoe deze zaak verder uit de hand loopt. We moeten ervoor waken dat er door deze misdadige betrokkenheid geen economische strafmaatregelen worden toegepast die ons land helemaal naar de afgrond kunnen brengen.