Staat SRD 22 miljoen af op voorschotten Bankwet

De Staat Suriname heeft op 31 januari 2019 bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS), toen onder leiding van de toenmalige governor Glenn Gersie, een beroep gedaan op artikel 21 van de Bankwet 1956. Hierbij is erop basis van de goedgekeurde begroting van 2018, een voorschot van SRD 670 miljoen verstrekt door de Bank met schatkistpapier als onderpand.

De Staat heeft in augustus 2019 dit voorschot afgelost en het hiermee uitgegeven schatkistpapier afgewikkeld.

In dezelfde maand heeft de Staat op basis van de goedgekeurde begroting van 2019, wederom een beroep gedaan op artikel 21 van de Bankwet en verstrekte de CBvS, thans onder leiding van governor Robert-Gray van Trikt, SRD 648 miljoen aan voorschot met schatkistpapier als onderpand.

Deze zal ook binnen zes maanden worden afgelost. Met deze transacties heeft de Staat per saldo SRD 22 miljoen in nominale termen afgelost op de voorschotten die onder Artikel 21 zijn geleend.

Uitgedrukt in percentage van het bruto binnenlands product (bbp), is dit tevens een relatieve verlaging van de schuld van de overheid. Het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS) heeft recentelijk bekendgemaakt dat in 2018 de economie verder is gegroeid en het bbp met bijna SRD 2 miljard, hoger ligt dan in 2017. Ook in 2019 is er sprake van toegenomen productie waardoor de schuldquote dus zowel absoluut als relatief daalt.

Het ministerie van Financiën en de Centrale Bank van Suriname zijn overeengekomen dat in de aangepaste Bankwet het Artikel 21, dat de verstrekking van voorschotten regelt, geheel komt te vervallen. Het concept van de aangepaste Bankwet zal binnenkort aan De Nationale Assemblee worden aangeboden voor behandeling. Verder werken de technici van beide instituten onder auspiciën van het Monetary and Fiscal Policy Coordination Comite, een beleidssamenwerking tussen Financiën en de Bank, gestadig aan een pakket van monetaire en fiscale maatregelen die de prijs- en koersstabiliteit verder moet kunnen garanderen.

More
articles