De regering heeft wederom geld geleend bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS). Dit verklaarde Maikel Soekhnandan, directeur bankbedrijf van de CBvS, gisteren in een vraaggesprek met Radio ABC. Volgens Soekhnandan heeft de regering conform artikel 21 van de Bankwet, 648 miljoen SRD geleend bij de moederbank.
De regering heeft in maart 2019, kort nadat de nieuwe governer, Robert van Trikt, was benoemd, 670 miljoen geleend bij de Bank, conform de Bankwet. Soekhnandan gaf aan dat dit bedrag binnen zes maanden terug is betaald aan de Bank. Wat het bedrag van 648 miljoen betreft, zei de directeur dat het gaat om een nieuwe lening, waarbij de regering weer zes maanden de tijd krijgt om die terug te betalen.
De voorschotten worden verschaft op basis van de begroting over dat jaar. Aangezien de begroting van 2019 verschilt met die van 2018, kan de regering ook minder opnemen bij de moederbank.
Er zouden bij de eerste lening felle discussies zijn ontstaan, omdat financiënminister Gillmore Hoefdraad, een overeenkomst uit 2016 om monetaire financiering tegen te gaan, eenzijdig zou hebben ingetrokken. Verschillende financiële deskundigen beweerden dat de regering bezig was monetair te financieren en dat daardoor het land in grote problemen zou raken.