‘Het lijkt wel een plezierreisje’

De peperdure reis van een dertien man tellende delegatie onder leiding van de vicepresident Ashwin Adhin, heeft veel stof doen opwaaien in de samenleving. ‘’Het lijkt wel op een plezierreisje’’, zegt bestuurskundige August Boldewijn desgevraagd, doelend op het bedrag dat aan de reis is uitgegeven. Hij vraagt zich af waarom de delegatie uit dertien mensen moet bestaan en niet minder, maar zegt het moeilijk te vinden om een oordeel te vellen, omdat de overwegingen niet bekend zijn. Dergelijke situaties ontstaan volgens hem wanneer openbaarheid van bestuur ontbreekt in een land. Boldewijn geeft aan dat in een tijd van economische crisis, wel verwacht wordt van een regering dat zij een beleid voert waarbij er minder geld wordt uitgegeven en meer wordt binnengehaald.
Indien er een Wet Openbaarheid van Bestuur zou zijn, zou de regering volgens Boldewijn verplicht zijn om zich te verantwoorden over het doel van de reis, hoeveel mensen er gaan en wat hun rol binnen de delegatie zal zijn. Hij zegt dat er momenteel sprake is van geheimzinnigheid door het ontbreken van deze wet. Boldewijn had liever gezien dat een groot deel van de kosten die de regering maakt, gestopt werd als reserve bij de Centrale Bank van Suriname om de SRD te versterken.
Vicepresident Adhin is deze week in India, eind volgende week reist hij naar de Verenigde Staten van Amerika (VS) voor het bijwonen van de jaarvergadering van de VN. Voor het verblijf in New York, betaalt de Staat Suriname voor de dertien man tellende delegatie minimaal US-dollar 81.235,24. Uit dit bedrag wordt voor de vicepresident en zijn echtgenote, US-dollar 19.250 neergeteld voor een VIP One Bedroom Suite voor zeven overnachtingen.
Eerder dit jaar in april, was Adhin ook in opspraak gekomen toen er een verzoek aan de Centrale Bank werd gedaan voor de koop van US-dollar 250.000 voor zijn reis naar Ghana. De vicepresident woonde toen samen met een delegatie, in Ghana het 20e jubileum van koning Osei Tutu II bij. Tot op heden heeft de regering in deze kwestie geen verantwoording afgelegd.
Boldewijn merkt op dat de regering juist in deze politieke tijd voorzichtig zou moeten zijn, omdat alles tegen hen gebruikt kan worden. ‘’De regering hoeft geen verantwoording af te leggen vanwege de afwezigheid van een wet met betrekking tot openbaarheid van bestuur, maar het parlement kan de regering wil dwingen tot verantwoording.’’ De bestuurskundige legt uit dat het namelijk om gelden gaat die zijn opgenomen in de begroting, welke wordt goedgekeurd door het parlement. Hij voegt eraan toe dat de begroting wordt opgemaakt op grond van belastinggelden, welke het zweet van mensen is die in Suriname wonen. “In die hoedanigheid is de regering verplicht zich te verantwoorden bij onze volksvertegenwoordigers”, zegt Boldewijn. Echter is hij van mening dat het parlement zwaarwichtige zaken voorbij laat gaan. Hij noemt als voorbeeld de kwestie van Alcoa. De bestuurskundige geeft aan dat de regering eerst naar het parlement had moeten komen en daarna een MoU had moeten tekenen met de Alcoa. Hij verklaart dat de situatie te vergelijken is met de Brexit-deal van Theresa May, waarbij zij eerst naar de Europese Unie is gestapt, een deal heeft getekend en daarna naar het parlement. Het Britse parlement heeft de deal tot drie keer toe verworpen en May is op den duur afgetreden. De bestuurskundige zegt dat in Suriname de MoU is verworpen door het parlement en de regering dan nog kans ziet om op basis van het verworpen MoU door te gaan met onderhandelingen. “Je moet eerst jouw parlement erkennen alvorens je naar de partner gaat”, aldus Boldewijn. Hij benadrukt dat het parlement een motie van wantrouwen had moeten aannemen tegen de regering voor het schofferen van het hoogste college van staat.

-door Johannes Damodar Patak-

More
articles