De melkboeren zijn niet tevreden over de opkoopprijs van SRD 3.75 die wordt aangeboden voor 1 liter melk. Zowel de Veehoudersbond als de Vereniging van Surinaamse Melkboe-ren (VSMB), zeggen dat de boeren het hoofd niet boven water kunnen houden. Mukesh Ramlagan, voorzitter van de Veehoudersbond, zegt desgevraagd dat de Melkcentrale Parama-ribo (MCP) onrechtmatig SRD 2 van de opkoopprijs inhoudt van de boeren. Hij geeft aan dat dit zonder enige motivering gebeurt en dat overleg met het bedrijf tot niets leidt. Dewkoemar Si-taram, directeur van MCP, heeft vandaag op zijn kantoor samen met Dharna Hardajal, hoofd Financiële Zaken en Guillamo Marlan, hoofd Productie, een uiteenzetting gegeven over de werkwijze van het bedrijf. In artikel 2 van het Landsbesluit van september 1952, zijn de eisen opgenomen waaraan melk moet voldoen; zo mag de melk niet afgeroomd worden of aangelengd met water; het procentisch vetgehalte van de droogrest moet ten minste 25 zijn. Droogrest is wat er overblijft wanneer je 1 liter wa-ter bij 180 graden zou laten verdampen. Dit komt ongeveer op een vetgehalte van 3,3 procent. Kleur, geur, smaak en consistentie moeten normaal zijn.
Sitaram zegt dat indien de MCP zich strikt zou houden aan de wet, de melk die niet voldoet aan de eisen, niet opgekocht zou moeten worden.
Twee jaar geleden is met de VSMB overeengekomen, dat voor melk beneden het wettelijke vetgehalte, minder betaald zal worden en boven het vetgehalte meer. Hij legt uit dat deze maatregel tot doel heeft de boeren die melk brengen met een lager vetgehalte, niet uit te sluiten en tegelijkertijd te stimuleren om te werken aan het vetgehalte van de melk. Uit statistieken van de MCP uit 2019 blijkt, dat er ongeveer 6 melkboeren (2%) melk leveren met een laag vetgehalte en dat ruim 39 procent van de 180 melkboeren, melk levert met een vetgehalte boven het wettelijke vastgestelde minimum. VSMB-voorzitter Edmond Blufpand praat niet van een samen overeengekomen afspraak, maar meer van een voorstel vanuit de MCP waar het een ‘take it or leave it’ situatie was. Hij geeft aan geen moeite te hebben met de lage opkoopprijs van melk die niet voldoet aan het wettelijke vetgehalte, maar wel met de opkoopprijs. Volgens een berekening van de vereniging twee jaar geleden, zou de prijs rond de SRD 5 moeten liggen. Echter zegt Blufpand dat de berekening opnieuw gedaan moet worden, gezien de economische ontwikkelingen de afgelopen twee jaar. Hij vertelt dat indertijd een commissie was samengesteld door de regering om tot een juiste op-koopprijs te komen. Echter is er hiervan niets terechtgekomen, omdat partijen het niet eens konden worden over onder andere de in calculatie van de initiële kosten van de melkboer. De commissie bestond uit vertegenwoordigers van de VSMB en de overheid. Zowel Ramlagan als Blufpand zeggen dat de sector dreigt te verdwijnen. Beiden geven aan dat melkboeren zwaar gedemotiveerd zijn en dat sommigen van hen reeds zijn gestopt met het leveren van melk aan de Melkcentrale. Zij kiezen ervoor om de melk in hun buurt te verkopen. Ramlagan zegt dat vanaf maart, gelden van boeren zonder reden zijn ingehouden. MCP haalt dagelijks 200 melkbussen op, elk met 30 liter melk. Bij binnenkomst van de melk worden er verschillende testen ge-daan, waaronder een vetgehalte en alcoholtest. De vetgehaltetest wordt niet in het bijzijn van de boeren gedaan. Dit maakt dat zij twijfelen aan de transparantie van het bedrijf. Hardajal, hoofd Financiële Zaken, verklaart dat het niet haalbaar is voor het bedrijf om ter plekke de melk te meten op het vetgehalte. De huidige apparatuur laat het niet toe en het zou het bedrijf een enorme investering kosten. Zij garandeert wel dat de meting van de MCP voldoet aan de internationale voorwaarden. Sitaram voegt eraan toe dat met de VSMB is overeengekomen, dat zij ook een analist mogen afvaardigen om samen met de analisten van de melkcentrale het vetgehalte te bepalen. De directeur geeft aan dat er een vertrouwenscrisis is ontstaan met de Veehoudersbond.
Blufpand benadrukt dat er ordening binnen de sector dient te komen. Hij zegt dat er tal van problemen zijn die al jaren spelen.
Zo is het tot op vandaag niet duidelijk wie verantwoordelijk is voor de melk nadat die wordt opgehaald door de MCP. Hij legt uit dat het bedrijf met de voorwaarde is gekomen dat het de melk zelf ophaalt. Echter vraagt hij zich af wie verantwoordelijk is voor de melk als die laat aankomt bij de MCP en verloren gaat of uren buiten staat voor de keuring. De vereniging heeft meerdere malen erop aangedrongen dat de melk vervoerd wordt in koelwagens. Hieraan is geen gehoor gegeven. De VSMB-voorzitter vreest dat 90 procent van de boeren zal stoppen als het zo doorgaat. Zelf kijkt hij uit naar nieuwe bestuursverkiezingen. Hij is namelijk al moe om tegen dovemansoren te praten. Blufpand geeft aan dat melkboeren zeven dagen per week werken. Het begint met vroeg opstaan, de koeien voeden, melken, het weiland onderhouden, gras snijden etc. “Dan wil je aan het eind van het ritje niet alleen een droog broodje, maar ook een lekker beleg”, aldus de melkboer. Hij merkt op dat de melkboeren die een bedrijf hebben, het nu al moeilijk hebben, laat staan de kleine melkboer. Inder Sadhoe, een gepensioneerde politieambtenaar en nu al 30 jaar melkboer, zegt dat hij zoveel moeite doet om alles staande te houden. “In plaats dat ik winst maak, ga ik in mijn eigen zak”, aldus de boer.
Hij overweegt om alles op te doeken, omdat zijn input veel groter is dan wat hij verdient. Blufpand begrijpt niet waarom de overheid nog steeds de prijs wenst te bepalen voor melk. Hij geeft aan dat bij de rijst, brood, brandstof, uien en aardappelen, de prijs tot stand komt door vraag en aanbod. “Melk is het enige product waarvan de overheid de prijs bepaalt”, zegt een gebelgde voorzitter. Blufpand bekruipt het gevoel dat er bewust wordt geprobeerd de sector kapot te maken om zo over te stappen op geïmporteerde melk.
door Johannes Damodar Patak