De aangekondigde beleidswijziging door de Centrale Bank van Suriname (CBvS) met betrekking tot de vreemde valuta kasreserves, houdt de gehele gemeenschap bezig. Met name burgers die vreemde valuta tegoeden bij banken hebben, volgen deze kwestie nauwlettend. Het is geen interne zaak van de Centrale Bank en de handelsbanken alleen, aangezien de burgerij recht heeft op uitgebreide, eerlijke en begrijpelijke informatie evenals adequate waarborgen voor de veiligheid en beschikbaarheid van hun valuta.
Het door de banken in alle stilte meewerken aan het de facto overbrengen van (een deel van) de vreemde valuta kasreserves naar de Centrale Bank is daardoor bij de rekeninghouders niet in goede aarde gevallen. Onlangs is er op 3 juni door de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), een openbare discussieavond georganiseerd over de vreemde valuta kasreserves, waarbij de VES ook inging op vragen vanuit het publiek. In dit kader heeft de VES op donderdag 27 juni, een brief gericht aan de bankiersvereniging met enkele zorgpunten. De redactie van De West heeft de hand weten te leggen op deze brief, die als volgt luidt:
Wij bedanken U voor Uw participatie en de beantwoording van de diverse vragen uit het publiek tijdens onze Openbare Discussieavond op 3 juni j.l. Dit geldt ook voor Uw reacties op de zorgpunten van de mede-inleiders Drs. J. Bousaid en Drs. E. Muller alsmede de voorgelezen speciale bijdrage van Prof. Dr. A. Caram.
Wij kunnen concluderen dat wij, mede naar aanleiding van de diverse reacties van het publiek in de zaal en de reacties van mensen die de discussie in de huiskamer live op één van de tv-zenders hebben mogen volgen, een bijzonder vruchtbare en verhelderende discussie hebben gehad. Helaas konden de zorgpunten die de Centrale Bank van Suriname (CBvS) regardeerden, niet worden beantwoord.
Met name het vraagstuk van (gebrek aan) vertrouwen in en geloofwaardigheid van de CBvS is door diverse deelnemers als cruciaal aangemerkt. Wij zijn ons ervan bewust dat de Banken onderhevig zijn aan het afgeleide vertrouwen in de Centrale Bank.
Wij wensen U verder erop te wijzen dat de rol van de Banken aangesloten bij de Bankiersvereniging essentieel is, aangezien de burgers hun valuta in goed vertrouwen hebben staan op rekeningen bij de Banken. Hoewel wij niet de verwachting hadden dat we op alle vraagpunten direct passende antwoorden zouden vinden zijn er diverse bruikbare suggesties voor verdere aanscherping/ verbetering aangedragen. Op basis daarvan wil de Vereniging van Economisten het volgende voorstellen:
1. Aangezien gepubliceerde gedetailleerde cijfers over de financiële soliditeit van de Centrale Bank van Suriname alsmede een diepgaande kwalitatieve analyse ontbreken, vormt de publicatie van de goedgekeurde jaarverslagen over 2015– 2018 de basis voor vertrouwenwekkende afspraken.
2. De afspraken tussen de Surinaamse Bankiersvereniging en de CBvS bieden een goed vertrekpunt voor de kwaliteit en een deugdelijk administratief beheer van de belegde kasreserves. De Surinaamse Bankiersvereniging kan echter, zoals de afspraken nu luiden, geen juridisch afdwingbare acties initiëren indien de Centrale Bank de kasreservemiddelen op oneigenlijke wijze mobiliseert, in strijd met andere gemaakte afspraken handelt, dan wel eenzijdig het Algemeen Voorschrift voor de banken en hun cliënten wijzigt. Wij adviseren om het Algemeen Voorschrift te herformuleren in de vorm van een Overeenkomst tussen partijen, waarin ook sancties kunnen worden afgesproken.
3. Naar onze overtuiging, is er ruimte voor zodanige aanpassing/ aanvulling/ aanscherping van het Algemeen Voorschrift, dat de risico’s die hieraan verbonden zijn, kunnen worden gemitigeerd. De institutionele versterking van de Bank loopt te traag en dit proces kan slechts in beperkte mate worden versneld. Daarnaast is, teneinde het risico van het tot ontlading komen van averechtse reacties te temperen, een geleidelijke invoering te verkiezen boven een abrupte. Hierbij wordt gedacht aan de volgende elementen:
a. Een voorzichtige stapsgewijze invoering, met als startpunt de door de banken reeds onder beheer van de CBvS geplaatste vreemde valuta kasreserves (Fase 1), de dé-facto situatie. De afspraken dienaangaande dienen te worden geformaliseerd, welke ook de basis vormen waarop de Strategic Investment Committee haar werk kan aanvangen.
b. De voorgestelde samenstelling van de Strategic Investment Committee is buitenproportioneel. Terwijl de grootste vreemde valuta kasreserves van de banken afkomstig zijn, blijken haar deskundigen veruit in de minderheid. Daarenboven wordt van de leden specifieke kennis en ervaring geëist, welke in ons land niet breed gespreid is. Wij stellen voor de omvang van de Strategic Investment Committee te verkleinen naar 5 leden, met duidelijke kwalificatie eisen voor de leden. Tevens wordt voorgesteld de samenstelling te wijzigen naar: 2 bankwezen, 1 verzekeringswezen, 1 pensioenfondsen en 1 CBvS (voorzitter).
c. Door de geleidelijke invoering van de overeenkomst wordt de tijdsruimte gecreëerd voor het doorvoeren van de noodzakelijke institutionele versterking van de Bank.
d. In het kader van de transparantie naar de samenleving toe, is het van belang dat de gemeenschap regelmatig wordt geïnformeerd over de ontwikkeling van deze vreemde valuta kasreserves, separaat van de ontwikkeling van de Internationale Reserves. Het gaat tenslotte om geld van de rekeninghouders. De Overeenkomst zou kunnen worden aangescherpt met ‘kwartaalsgewijze rapportage’ en toevoeging van een publicatieplicht.
e. Een effectieve evaluatie- en controle mechanisme, waarbij partijen met inzet van ter zake externe deskundigen, per 1 juli 2010 de effectiviteit van de Overeenkomst alsmede de institutionele versterking van de Bank evalueren.
f. Bij een positief oordeel worden de overige kasreservemiddelen aan de Centrale Bank overgedragen (Fase 2).
g. Indien de beoordeling negatief uitvalt, wordt de regeling terstond opgezegd. Hierover dienen concrete afspraken te worden gemaakt en bindende, juridisch afdwingbare, voorzieningen te worden getroffen.