Het zal niet velen zijn opgevallen dat bij regionale vluchten tussen onze JAP-luchthaven en Cuba vice versa, er de laatste tijd veel Cubanen in ons land arriveren. Cubanen kunnen vrij gemakkelijk naar Suriname en enkele andere landen in Latijns-Amerika reizen en maken van die gelegenheid gebruik om tijdelijk in deze staten te werken. Er wordt dan voor een korte tijd gewerkt en met de verdiende middelen veel goederen ingekocht. Maar niet slechts goederen worden betrokken, ook aast men op de vreemde valuta die steeds schaarser wordt in onze republiek. En natuurlijk zijn er lieden binnen de informele sector die voor een woekerkoers bereid zijn euro’s en dollars van de hand te doen. Met deze middelen worden dan ook weer goederen en vliegtickets gekocht en maakt men na enige tijd de terugreis richting Havanna. Vanwege de groot- en kleinhandel vernemen wij dat deze zogenaamde Cubaanse toeristen, op grote schaal tal van goederen inslaan en die dan op een goed verpakte wijze wederom meenemen richting Cuba. Telkenmale wanneer weer een vlucht richting Havanna de Cuba plaatsvindt, is overduidelijk te zien hoeveel vracht de Cubanen meenemen. De luchtvaartmaatschappij die op Cuba vliegt, heeft naar verluidt, een schappelijke regeling met de passagiers voor wat betreft de bagage. Toch wel een zorgelijke ontwikkeling, omdat veel handelswaren die voor de Surinaamse consument bestemd zijn en met onze schaars verdiende dollars zijn geïmporteerd, nu worden weggedragen naar een communistisch eiland waar er bijna niets te krijgen is en het al decennia voor de bevolking gewoon pienaren geblazen is. Suriname is geen rijk land en kan zijn importen op maandbasis nog maar nauwelijks betalen. Het is overigens geen geheim dat door de crisis waarin dit land al vanaf begin 2016 zit, de importen sterk zijn afgenomen en dat handelaren ertoe over zijn gegaan het hoognodige met de beschikbare deviezen te importeren. Moeten wij het dan ook accepteren dat vreemdelingen de zaak komen leegdragen? Ook dient er naar de mening van Keerpunt, onderzocht te worden of deze lieden de zogeheten witwaspraktijken in dit land aan het stimuleren zijn. Het is bekend dat de grensoverschrijdende misdaad zich al enige tijd geen raad weet hoe de smerige dollars en euro’s ‘wit’ te krijgen nadat de lokale handelsbanken veel strenger zijn gaan opletten wat er aan vreemde valuta wordt aangeboden en door wie zulks geschiedt. Binnen het informele circuit moet het dan ook als een verademing gezien worden dat er lieden zijn die voor een onvoordelige wisselkoers, de vreemde valuta willen afnemen en wederom op een ongestoorde wijze in roulatie brengen. Of is het misschien ook weer zo, dat de autoriteiten bewust de andere kant opkijken en bepaalde lieden uit eigen voordeel hun gang laten gaan.