Professor Anthony Caram is geen onbekende in onze samenleving. Hij is tevens oud-bankier en econoom en levert een bijdrage ten aanzien van de discussie over de centralisatie van de kasreservemiddelen. Caram is van mening, dat deze beleidsmaatregel te controversieel is om gewoon een gefundeerd oordeel te geven. Daarom moet er eerst een analyse gemaakt worden van de voordelen en de risico’s die de concentratie van de vreemde valutakasreserve bij de Centrale Bank biedt. “Een dergelijke concentratie kan schaalvoordelen bij het beheer van bedoelde reserves genereren, alsook de effectiviteit en de slagkracht van de monetaire beleidsvoering vergroten. Bovendien verhoogt een comfortabel reservebezit het publieke vertrouwen in de waardevastheid van de nationale munt, alsook het aanzien en de reputatie van de centrale bank. Er moeten echter een aantal condities zijn vervuld om de aangeduide voordelen daadwerkelijk te verkrijgen. Zo dient de Centrale Bank een wijs beleid te voeren en mede daardoor een degelijk track record te hebben opgebouwd van consistente en transparante uitvoering van haar wettelijke taakopdracht tot het bevorderen van de stabiliteit in de interne en externe waarde van de nationale munt en van hoedster van de stabiliteit van het financiële systeem”, stelt Caram.De reputatie en het publieke vertrouwen in de Centrale Bank, moeten ongeschonden en boven twijfel verheven zijn.
Reputatie en transparantie
“Onderliggende factoren die op hun beurt van invloed zijn op de reputatie en het publieke vertrouwen in het doelmatig functioneren van de Centrale Bank, zijn onder meer de mate van haar financiële soliditeit, de mogelijkheid tot het de facto onafhankelijk opereren ten opzichte van de overheid, alsmede de stabiliteit in het macro-economisch en financieel klimaat tot uitdrukking komend in onder andere een structureel houdbaar en verantwoord budgettair beleid. Naarmate deze reputatie en dit vertrouwen minder zichtbaar aanwezig zijn, zal het gezag van de Centrale Bank navenant minder zijn. De financiële soliditeit van de Centrale Bank van Suriname laat veel te wensen over, want gepubliceerde gedetailleerde cijfers over haar bedrijfseconomische positie en een diepgaande kwalitatieve analyse van deze positie ontbreken”, zegt de econoom. Recente jaarverslagen zijn nog niet gepubliceerd. Een en ander gaat ten koste van de transparantie en van het afleggen van verantwoording aan het publiek over het gevoerde beleid.
Zorgpunten
Recente gegevens over de dekking van de kortlopende verplichtingen van de Bank door de goud deviezenreserves, zijn nog niet gepubliceerd. “Deze variabele is een belangrijke indicator voor haar liquiditeitspositie. De internationale reserves geven een onvolledig beeld geven van de liquiditeit van de Bank in de vreemde valutasfeer. Haar netto vreemde valutapositie is daarvoor een betere indicator; zij omvat het saldo van de korte termijn buitenlandse activa en passiva. Voorgaande cijfers indiceren dat zowel in de eigen valuta- als in de vreemde valutasfeer de solvabiliteit en de liquiditeit van de Bank zorgpunten vormen. Een additioneel punt van zorg is dat de Centrale Bank in historisch perspectief een negatief track record heeft opgebouwd met betrekking tot haar functioneren als hoedster van de waarde van de nationale munt. Ook als hoedster van de stabiliteit van het financiële systeem en bij het daarbij behorende uitoefenen van toezicht op dit systeem, functioneerde de Bank niet optimaal”, aldus Caram. Hij haalde aan de Centrale Bank vooral gedurende de jaren tachtig en negentig van de voorgaande eeuw, degenereerde tot grossier in geld ten behoeve van de Staat. “Excessieve monetaire financiering van buitensporige begrotingstekorten bracht veel rampspoed voor land en volk en ondermijnde de reputatie van beleidsvoerders en het imago van het financiële systeem”, aldus Caram.
Staatsinmenging
“Het aangeduide risico van staatsinmenging is geenszins denkbeeldig. De Staat en de Bank streven immers op korte termijn maar al te vaak andersoortige en conflicterende beleidsdoelstellingen na en hebben bij de beleidsuitvoering uiteenlopende prioriteiten. Gelet op haar niet vlekkeloze track record en op de veroudering van bepaalde aspecten van de bankwetgeving, is het de vraag of de Bank in de toekomst er steeds voor zal kunnen zorgen dat het coördinatieoverleg geen afbreuk doet aan de prioriteit die zij voortdurend moet geven aan de uitvoering van haar wettelijke taakopdracht. Het bovenstaande houdt in dat er nog onvoldoende indicaties zijn dat de Bank de facto onafhankelijk kan en zal opereren ten opzichte van de overheid”, geeft de oud-bankier aan.
Afspraken SBV
“De afspraken gemaakt in het kader van de aanpassing van de kasreserve bieden een zekere waarborg voor de veiligheid, de kwaliteit en een deugdelijk administratief beheer van de belegde kasreserves. Het is echter de vraag of deze waarborg de gewenste assurance biedt. Op grond van de door mij gemaakte analyse, kom ik tot de conclusie, dat de afspraken tussen de Centrale Bank en de Surinaamse Bankiersvereniging diverse positieve elementen bevatten. Er is niettemin een reëel risico dat de aangekondigde verplichting tot het in het vervolg bij de Bank aanhouden van een kasreserve per saldo slechts een beperkt of in het geheel geen positief netto effect zal hebben. In het uiterste geval bergt het huidige Algemeen Voorschrift zelfs het risico van een averechtse werking in zich, indien zij aanleiding geeft tot een zekere kapitaalvlucht”, aldus Caram. Daarom adviseert Caram, dat de centralisatie pas echt verantwoord en raadzaam is indien de financiële soliditeit van en het publieke vertrouwen in de Bank zich in aanvaardbare mate hebben hersteld.