De Centrale Bank van Suriname, CBvS, heeft in een bericht vermeld, dat de perspectieven voor economische groei positief te noemen zijn. Ondanks de aanhoudende negatieve uitspraken uit de oppositie, zijn de monetaire reserves volgens de bank eind april gestegen naar USD 613 miljoen. Deze reserve is volgens de CBvS, een teken dat Suriname op de goede weg is bij het treffen van maatregelen de economie te stabiliseren. Wanneer Keerpunt deze berichten leest, krijgt het spontaan het gevoel van déjà vu. We krijgen namelijk gelijk de indruk, dat wij dit verhaal al eerder hebben gelezen en wij weten wat de aanleiding is voor het lanceren van dergelijke misleidende berichten. Om de revue te kunnen passeren, heeft Keerpunt verschillende artikelen met elkaar vergeleken en wel uit het jaar 2015. Dit medium publiceerde in 2015 een reeks berichten, waarbij aangehaald werd dat de monetaire reserve onder druk stond. De verschillende artikelen toonden een weergave van de dalingen in de monetaire reserve, omdat er toen ook al monetair gefinancierd werd door de toenmalige governor, Gillmore Hoefdraad. Verder bedroeg de contributie van de mijnbouwsector aan de internationale reserves van Suriname in 2014 slechts USD 237 miljoen, terwijl het in 2013 en 2012 om respectievelijk USD 338 miljoen en USD 525 miljoen ging. Er was toen reeds sprake van sterk verminderde inkomsten voor de overheid, waarbij voornamelijk de opbrengsten uit de ontginning van delfstoffen met meer dan 34 procent terugvielen. Toen was er ook al sprake vanwege de overheid van misleiding en ‘window dressing’, want ook al voor de verkiezingen in 2015 werden er op weekbasis interventies gepleegd in de orde van miljoenen USD, om zo de wisselkoersen ‘stabiel’ te houden. Kabinet Bouterse I bleef toen volhouden, dat er geen devaluatie zou komen en dat de wisselkoers nooit zou stijgen. Nu zijn we vier jaar verder en vandaag precies over één jaar, 25 mei 2020, zal Suriname weer naar de stembus gaan. Hopelijk heeft het volk dan een harde en dure les geleerd, want de regering Bouterse II zal vanaf nu tot volgend jaar mei, er alles aan doen om in het machtscentrum te blijven. Naar verluidt is governor Robert van Trikt drukdoende de vreemde valuta kasreserve van de lokale banken onder beheer van de CBvS te krijgen om onder andere de monetaire reserve op te krikken, het begrotingstekort verder te financieren en als de koers op hol mocht slaan, te interveniëren. Van Trikt zette naar verluidt alle lokale banken de afgelopen weken onder druk om dit te bewerkstelligen. Het is de governor naar wij vernemen al gelukt, de totale vreemde valuta kasreserve van een bank onder zijn beheer te krijgen en nu tracht hij de rest over de streep te trekken. Het gaat hierbij om een bedrag van ongeveer 1 miljard SRD, dat momenteel bij buitenlandse banken is ondergebracht. Van dit bedrag moet volgens Van Trikt 50 procent geparkeerd worden bij de CBvS. De vreemde valuta kasreserve die bij de buitenlandse banken is gedeponeerd, is veelal door burgers en bedrijven ingelegd of als reserve door aankoop aangelegd. De governor van de CBvS behoort daaraan niet te komen, want het vormt het bezit van cliënten bij de particuliere banken.