VREEMDE VALUTA KASRESERVE BANKEN VOOR BEGROTINGSTEKORT?

Naar verluidt, is governor Robert van Trikt van de Centrale Bank van Suriname, CBvS, van plan het bedrag van de vreemde valuta kasreserve door te sluizen naar de staat voor het financieren van het begrotingstekort. Van Trikt heeft vorige week een onderhoud gehad met alle lokale banken, waarbij hij heeft aangegeven, dat hij 50 procent van de vreemde valuta kasreserve onder het beheer van de moederbank wil brengen. Het gaat hierbij om een bedrag van ongeveer 1 miljard SRD dat momenteel bij buitenlandse banken is ondergebracht. Van dit bedrag moet volgens Van Trikt, 50 procent geparkeerd worden bij de CBvS. De vreemde valuta kasreserve die bij de buitenlandse banken is gedeponeerd, is veelal door burgers en bedrijven ingelegd of als reserve door aankoop aangelegd. De governor van de CBvS behoort daar niet aan te komen, want het is het bezit van cliënten van de particuliere banken. Of is dit weer zo een advies van Bernhard Fritz-Krockow, de adviseur van de minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, want de taak van Krockow is ‘het verstrekken van macro-economisch advies aan de minister van Financiën en de governor van de Centrale Bank van Suriname’. Hoe kan de moederbank dan nog onafhankelijk functioneren als de minister van Financiën en de governor, de adviezen van deze man accepteren en doorvoeren? Naar onze mening heeft deze regering met Hoefdraad als governor van de Centrale Bank en daarna als minister van Financiën, alleen maar slechte macro-economische beslissingen genomen, waardoor zij vervolgens over moest gaan tot het lenen van enorme bedragen om de overheidsuitgaven in balans te houden. Deze mensen hebben gezorgd voor het slechte financiële beleid van de regering Bouterse.  Ook zo een beslissing van Hoefdraad, is om volgens artikel 21 van de Bankwet, weer een lening te nemen bij de CBvS. Volgens artikel 21 mag de regering 10 procent van de middelenraming lenen. Dit is sinds 1 maart 2019 een feit, want de regering heeft conform artikel 21 van de Bankwet, voorschotten opgenomen bij de Centrale Bank van Suriname. Hiermee heeft de regering een aanvang gemaakt met monetaire financiering. Dit blijkt uit de publicatie van de weekbalans op de website van de moederbank van 1 tot 8 maart 2019. Het gaat om een bedrag van ruim SRD 670 miljoen (SRD 670.144.70) dat onttrokken zal worden aan de moederbank. Sinds het aantreden van de huidige governor, is de monetaire reserve van de CBvS aanzienlijk gedaald. Keerpunt is op de website van de CBvS de post Buitenlandse Vorderingen en andere Buitenlandse Waarden van de weekbalans nagegaan en deze vertoont op 29 maart een aanmerkelijke daling ten opzichte van de weekbalans van 01 maart: ongeveer SRD 318 miljoen. Deze post geeft aan wat het bezit is aan deviezen en bestaat uit kasmiddelen, rekening‐courant tegoeden en beleggingen in vreemde munt. De buitenlandse vorderingen en de voorraad vreemd bankpapier (kasmiddelen), worden gewaardeerd tegen de aankoopkoersen van de Bank voor de desbetreffende valuta’s. Het deviezenbezit van de Bank vindt primair plaats uit hoofde van de aankoop van aan de staat (i) in valuta betaalde belastingen door de goud‐ en aardoliesector (ii) en in valuta afgedragen dividend door Staatsolie en Rosebel Gold Mines. Deze informatie is duidelijk te zien op de website van CBvS, bij Publicaties & Research. De koers die aan de onderkant van de weekbalans vermeld staat, is 7,39. Dit leidt tot de conclusie dat een zeer sterke daling van het bezit aan deviezen heeft plaatsgevonden.

More
articles