Vreemd, vervelend, onbegrijpelijk, onzinnig en beknottend, waren de reacties tegenover onze redactie toen bekend werd wat voor attributen aan de Vuurwapenwet uit 2016 in het Staatsblad 115 zijn toegevoegd. De attributen werden een week geleden uitvoerig aangehaald in de lokale bladen en daar zaten spullen tussen die gewoon in de winkel verkrijgbaar en in het bezit van velen zijn en die toch bij de categorie Vuurwapens zijn gevoegd. In artikel 1 werd in 2016 op verzoek van de minister Van Dijk –Silos tegen het advies van deskundigen op het gebied van vuurwapens, lid 6 toegevoegd. In dit nieuwe lid van de Vuurwapenwet werden enkele zaken aangehaald die op zijn minst grote bevreemding tot gevolg hebben gehad. Het artikel luidt als volgt: ‘Onder vuurwapens mede verstaan bommen en handgranaten en andere explosieven of voor ontploffing of voor het verspreiden van vergiftige, verstikkende of weerloosmakende gassen bestemde wapenen, vlammenwerpers, zomede luchtgeweren (airguns) in de kalibers 6mm of meer, al dan niet met gebruikmaking van automatisch of op afstand gestuurde instrumenten of apparaten, kruisbogen, voorwerpen waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, met uitzondering van medische hulpmiddelen.’ Tot zover het lid uit het artikel 1 van de Vuurwapenwet zoals gewijzigd in 2016 op initiatief van minister Van Dijk-Silos. Over de windbuksen die in het bezit zijn van velen, zijn momenteel vele vragen gerezen. De bezitters wensen nu te weten of ze strafbaar zijn bij het voorhanden hebben van een windbuks en zo ja, hoe ze snel aan een machtiging vanwege het parket kunnen komen voor een geweer dat volgens hen absoluut niet thuis hoort in de Vuurwapenwet. Komt ervan als je als minister beslissingen neemt over zaken waaronder ook vuurwapens, waar je totaal geen kennis van hebt. Maar ja, de procureur-generaal treft ook in deze kwestie van het verkeerd toevoegen van bijvoorbeeld windbuksen in de Vuurwapenwet, totaal geen blaam. De procureur-generaal (PG) heeft van doen met een wet die in het Staatsblad is verschenen en al jaren in werking is, die hij dient te respecteren en erop toezien, dat men zich aan hetgeen daarin is vermeld, houdt. Het is daarom zeker niet juist wanneer de PG op de korrel wordt genomen met betrekking tot wat er thans allemaal in de gewijzigde Vuurwapenwet staat. Wat in de toekomst zeker dient te gebeuren, is dat deze wet wederom een wijziging ondergaat en dat mensen die veel kennis hebben van wat nu wel of niet tot de vuurwapenen kan worden gerekend, deel nemen in een commissie die advies verleent en zo voorkomt dat er weer vreemde zaken bindend en wel voor langere duur worden opgenomen. Dit soort zaken behoor je niet over te laten aan een betweterige juf die haar zin wenst door te drukken en iets realiseert dat niet deugt en veel kritiek oplevert.