De Unie van Truckhouders en Zwaar Materieel in Suriname (UTZS) en de Coöperatieve Federatie Weg- en Spoortransport (Cofwes), hebben gisteren tijdens een algemene ledenvergadering te Boma Star aan de Magentaweg, een ultimatum van drie dagen aan de regering gesteld. Zij eisen dat de regering óf de government take óf de rij- en voertuigenbelasting laat vallen. De truckhouders vinden het onrechtvaardig dat zij deze nieuwe belasting moeten betalen, omdat een soortgelijke belasting al is opgenomen in de government take. Truckhouders moeten afhankelijk van het gewicht van hun truck, tussen de SRD 465 en SRD 4.390 neertellen.
De truckhouders vinden het niet eerlijk dat multinationals allerlei vrijstellingen krijgen, terwijl lokale ondernemers wel keihard invoerrechten moeten betalen. Indien de regering binnen drie dagen geen verlichting brengt voor de truckhouders, zullen zij overgaan tot acties. Het bestuur van de UTZS is geen voorstander van acties en ondersteunt deze ook niet. UTZS-voorzitter Nizaam Ozir geeft aan dat een lamlegging alleen betekenis heeft wanneer alle truckhouders meewerken.
Echter ziet hij dit niet gebeuren, omdat slechts honderd truckhouders aanwezig waren op de vergadering.
De UTZS kijkt ook uit naar de zaak die aanhangig is gemaakt door de politieke partij Strei! tegen de staat met betrekking tot de rij- en voertuigenbelasting Indien de rechter beslist om de wet te herzien, dan zal de UTZS zich daaraan houden en als de rechter anders beslist, dan is het volgens de UTZS-voorzitter noodzakelijk dat de truckhouders gecompenseerd worden met een brandstofcompensatie en de invoerrechtenvrije import van banden. Intussen heeft de minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, positief gereageerd op het invoerrechtenvrij importeren van banden. Het is nog niet duidelijk wanneer de truckhouders hiervan gebruik kunnen maken. Zij kunnen zich in ieder geval al registeren bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken.
-door Johannes Damodar Patak-