De Centrale Bank van Suriname (CBvS) heeft al twee weken verzuimd om haar weekstaten te publiceren. Op de website van de moederbank, dateert de laatste weekstaat van 8 februari jongstleden. Winston Ramautarsing, voorzitter van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), zegt desgevraagd dat hij het vermoeden heeft dat de regering reeds begonnen is met monetaire financiering.
Het uitblijven van de publicatie van de weekstaten, maakt volgens Ramautarsing dat hij gesterkt wordt in zijn vermoeden. Een weekstaat geeft een goed overzicht van de bezittingen, schulden en reserves van de staat. Aan de hand hiervan kan afgeleid worden als er monetair is gefinancierd. De VES-voorzitter sluit niet uit dat de regering mogelijk na het ontslag van Glenn Gersie als governor van de CBvS, de SRD 670 miljoen bij de moederbank al heeft opgenomen. Volgens artikel 21 van de Bankwet, mag de regering 10 procent van de middelenraming lenen. Ramautarsing geeft aan dat het verschaffen van volledige transparantie geen gunst is, maar een plicht van de CBvS.
Leren van onze geschiedenis
Ramautarsing merkt op dat burgers niet voldoende zijn geïnformeerd over monetaire financiering en de negatieve gevolgen hiervan. Hij geeft aan dat monetaire financiering inhoudt het drukken van geld zonder dat daar wat tegenover staat. Hij legt uit dat als het nieuwe geld dat geen dekking heeft in omloop komt, dat voor circa 80 procent zal worden gebruikt om US-dollars en importgoederen te kopen. Dit heeft tot gevolg dat de wisselkoers gaat stijgen. De VES-voorzitter brengt in herinnering dat de eerste taak van de CBvS is om de waarde van de SRD stabiel te houden. De moederbank zal volgens hem geen andere keuze hebben dan de goudvoorraad en deviezenreserves aan te wenden en te interveniëren op de valutamarkt. Ramautarsing benadrukt dat in 2014 en 2015 onder governor Hoefdraad, hetzelfde is gedaan met als gevolg dat onze reserves daalden van US-dollar 1.008 miljoen naar 220 miljoen. Toen de interventiedollars opdroogden, schoot de koers omhoog.
Verdere Verarming
Volgens hem dient iedereen zich druk te maken wanneer er monetair gefinancierd wordt. “Het geld is niet van de minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad of van de waarnemend governor van de Centrale Bank, Ingeborg Geduld-Nijman, maar van de samenleving”, aldus Ramautarsing. De gevolgen van deze monetaire financiering zullen volgens hem ontegenzeggelijk wederom een nieuwe waardevermindering van onze munt en significante koopkrachtdaling voor het reeds fors verarmde volk betekenen.
door Johannes Damodar Patak