Niet-overdraagbare ziekten – zoals hartaandoeningen, kanker en een beroerte – zijn de belangrijkste doodsoorzaken in Noord- en Zuid-Amerika. Deze ziekten veroorzaken zeven keer meer sterfgevallen dan infectieziekten. Over de hele wereld bedraagt het sterftecijfer van niet-overdraagbare ziekten 427,6 personen per 100.000 inwoners, wat zeven keer hoger ligt dan het sterftecijfer van overdraagbare (besmettelijke) ziekten, bij 59,9 personen per 100.000 inwoners. Dit blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van de PAHO, waarbij de situatie van Noord- en Zuid-Amerika in kaart is gebracht en daaronder valt de gezondheidsstatus van de bevolking, risicofactoren en de dekking van gezondheidsdiensten en gezondheidsstelsels. Uit dit onderzoek blijkt dat elk jaar er ongeveer 6.000 vrouwen sterven aan zwangerschap gerelateerde oorzaken in de regio en dat meer dan 163.700 baby’s sterven. Met betrekking tot infectieziekten meldden Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied in 2017, ongeveer 580.000 gevallen van dengue (44% van dit totaal werd gemeld in Brazilië), meer dan 31.000 gevallen van lepra (bijna 90% van Brazilië) en meer dan 13.800 choleragevallen (99% uit Haïti). Het aantal diagnoses voor hiv bedroeg 14,6 personen per 100.000 inwoners over de hele regio, en voor elke nieuwe hiv-diagnose bij vrouwen waren er 3,6 hiv-diagnoses bij mannen. Deze gegevens zijn een ware eye-opener en ook zeer toepasselijk op onze samenleving, maar helaas communiceert het ministerie van Volksgezondheid minimaal met het volk. Wanneer was de laatste keer dat dit ministerie een bewustwordingscampagne heeft gelanceerd? Want door informatie te verstrekken, zorg je als land ervoor dat deze (sterfte)cijfers minimaal zijn in jouw omgeving. Wat zijn de taken van het ministerie van Volksgezondheid over het algemeen? Want er werd een paar weken geleden weer te laat aan de bel getrokken, toen men door had dat het H1N1-virus, ook wel varkensgriep, Mexicaanse griep of Influenza A genoemd, weer actief was in ons land. Het ministerie heeft veel te laat het influenza-alarm geslagen. Inmiddels zijn er zeven mensen in de afgelopen periode overleden aan de ernstige gevolgen van deze ziekte. Dit was destijds ook het geval bij de uitbraak van zika. De overheid was toen ook rijkelijk laat om de bevolking te waarschuwen over de aanwezigheid van deze ziekte die veroorzaakt wordt door dezelfde muskiet die dengue en chikungunya verspreidt. Maar vraagt minister Elias van Volksgezondheid zich niet af, wat er al geruime tijd allemaal misgaat binnen de gezondheidszorg en hoe het komt dat er zulke enorme fouten worden gemaakt? Er sterven door de slechte zorg onnodig mensen in Suriname. Het ministerie moet meer aandacht besteden aan zijn werkzaamheden en nagaan wat het kan doen met de informatie die de PAHO onlangs heeft gepresenteerd. Want er worden ook gegevens verstrekt over de risicofactoren (variabelen die de kans op een slechte gezondheid vergroten) en beschermende factoren (die dat risico verminderen). De PAHO geeft ook aan, dat bijvoorbeeld moedermelk een beschermende factor vertegenwoordigt, omdat ze voldoet aan alle nutritionele en immunologische behoeften van een jong kind. Op korte termijn vermindert moedermelk het risico op ziekte en overlijden door diarree, luchtweg- en oorinfecties en wiegendood. Op de lange termijn vermindert moedermelk het risico op gebitsafwijking, overgewicht/obesitas en diabetes mellitus. Bij vrouwen vermindert het geven van borstvoeding het risico op invasieve borstkanker, eierstokkanker, overgewicht/obesitas en diabetes. Ondanks het ruime bewijs dat borstvoeding de gezondheid van kinderen, de cognitieve ontwikkeling en waarschijnlijk zelfs hun economische vooruitzichten op lange termijn ten goede komt, varieert de prevalentie van exclusieve borstvoeding na zes maanden aanzienlijk van land tot land. Tot slot is er wel positief nieuws uit dit onderzoek voor wat betreft de vacccinatiedekking in 2017, want gebleken is dat 94 procent van de doelpopulatie van kinderen in Noord- en Zuid-Amerika het tuberculosevaccin (BCG) heeft ontvangen, 90 procent ontving het vaccin voor de eerste dosis mazelen, bof en rubella (MMR1), 88 procent ontving drie doses difterie-, tetanus- en pertussis (DTP3) –vaccin, 85 procent ontving drie doses poliovaccin en 73 procent ontving de laatste dosis rotavirusvaccin.