‘’Het is niet mogelijk dat de regering geen verantwoording aflegt aan De Nationale Assemblee over de beëindiging van de samenwerking met de governor van de Centrale Bank van Suriname, Glenn Gersie, zegt politicoloog Hans Breeveld vandaag in gesprek met De West. De samenleving moet via het parlement weten wat er gaande is. Het ontslag van Gersie heeft veel vragen opgeroepen over de reden van zijn ontslag en de betrouwbaarheid van de regering. Oppositieleden van De Nationale Assemblee (DNA) hebben assembleevoorzitster Jennifer Geerlings-Simons dringend verzocht om een spoedvergadering uit te schrijven in verband met de ontheffing van Glenn Gersie als governor van de Centrale Bank van Suriname.
Maar de regering liet gisteren via het Nationaal Informatie Instituut weten dat uit egards voor het instituut van de governor van de CBvS, het niet in details wenst te treden over de kwestie. De regering maakte bekend dat na ampele overweging en rijp beraad, is overgegaan tot de handeling. Breeveld geeft aan dat de regering voor ogen moet houden dat ze in dienst is van het volk.
Ook moet ze niet vergeten dat ze een prudent beleid moet voeren, gezien het gaat om middelen van het volk opgenomen via belastingen. “Er moet openbaarheid van bestuur zijn”, geeft Breeveld aan.
Hij waarschuwde dat indien de regering niet oppast, mensen die een bijdrage willen leveren aan de ontwikkeling het land, gedemotiveerd zullen raken. “Over het algemeen was het bekend dat Gersie een goede job deed. Hij was een autonoom figuur. Als hij nu de laan wordt uitgestuurd, is dat vooral geen motivatie voor jonge studenten die zich willen inspannen”, meent Breeveld. De governor van de CBvS is een functionaris die ook buiten Suriname gerespecteerd wordt. Governor, rechter en procureur-generaal, zijn volgens Breeveld functies die garantie en stabiliteit bieden in een land. Hij wijst de parlementariërs die bijna als makke lammetjes de regering ondersteunen aan als medeschuldig voor wat er nu gebeurt.
Het ontslag van Gersie kwam voor velen aan als een harde klap. Meer nog omdat de regering geruchten over een mogelijk ontslag afgedaan had als ‘’gossip’’. Dit laatste werd aan het parlement voorgehouden door minister Moestadja van Arbeid. Volgens Breeveld geeft het alleen maar aan dat de regering bezig was een pertinente leugen te verkondigen aan het parlement. Als de minister niet medeschuldig is, dan betekent het dat dat de regering hem onwaarheden heeft laten vertellen. Dit zou volgens Breeveld afgestraft moeten worden, omdat het aangeeft dat er geen discipline is en goed bestuur niet gehonoreerd wordt. “Als onwaarheden worden gezegd in het parlement, hoeveel is dan niet in het verleden gezegd en hoeveel volgen nog in de toekomst?”, vroeg Breeveld retorisch.

door Priscilla Kia