In Venezuela zijn 27 leden van de Nationale Garde gearresteerd. Ze worden beschuldigd van het opzetten van een opstand tegen de regering van president Nicolás Maduro. De groep werd opgepakt nadat een aantal zwaarbewapende leden van de garde een politiebureau in de hoofdstad Caracas hadden bestormd. Ze namen een politieagent gevangen en gingen er met wapens vandoor. In video’s die ze op sociale media plaatsten, zeiden ze dat ze het presidentschap van Maduro niet langer erkennen. In reactie op de actie van de militairen, gingen ontevreden burgers de straat op. In een arme wijk dicht bij het presidentiële paleis, ontstonden gewelddadige protesten. Demonstranten staken een barricade in brand en riepen dat Maduro moet vertrekken. De politie zette traangas in om een einde aan het protest te maken. De autoriteiten in Venezuela zeggen dat door de opstandelingen, gestolen wapens weer terecht zijn.
Ze sluiten meer arrestaties niet uit. De re-gering beschuldigt extreemrechtse groeperingen ervan de loyaliteit van de militairen te hebben gekocht.
Luidere roep om afzetting Maduro
De spanningen in Venezuela lopen sinds 10 januari snel op. Op die dag liep de eerste termijn van het presidentschap van Maduro af en liet hij zich opnieuw installeren als president. De oppositie erkent dat niet en zegt dat de voorzitter van het parlement nu de officiële president is. Ook de internationale gemeenschap erkent Madu-ro niet als president. In het parlement, dat door Maduro aan de kant was gezet, heeft de oppositie een meerderheid.
Overigens heeft het hooggerechtshof, dat op de hand van Maduro is, het leiderschap van het Venezolaanse parlement ongeldig verklaard. Dat neemt niet weg dat parlementsvoorzitter Juan Guaido zich manifesteert als president. Hij organiseert overal in het land kleine manifestaties. Die zijn een groot succes. Hij roept ook het leger op om Maduro af te zetten.
Regering koopt steun militairen
President Maduro is voor zijn macht afhankelijk van de strijdkrachten en heeft de afgelopen jaren veel goodwill gekocht. Zo hebben hooggeplaatste militairen belangrijke posten binnen de regering en bij het staatsoliebedrijf gekregen. Ook deelt Ma-duro bonussen uit.
Hoge militairen hebben het dan ook goed in Venezuela dat in een diepe economische crisis zit, maar dat geldt niet voor de militairen in lagere rangen. Die hebben net als burgers te kampen met de gevolgen van de hyperinflatie. Basisbehoeften zijn voor veel Venezolanen onbetaalbaar geworden en er is een groot tekort aan voedsel en medicijnen. De oppositie roept op om woensdag massaal de straat op te gaan en het vertrek van Maduro te eisen. Het is een symbolische dag. Op 23 januari 1958 werd er na een opstand een einde gemaakt aan de dictatuur van president Pérez Jiménes.