Hoewel de president vele malen heeft beloofd de wisselkoers omlaag te brengen, is hij daar nog niet in geslaagd. Volgens Winston Ramautarsing, voorzitter van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), is het omlaag brengen van de koers geen gemakkelijke opgave. In een interview met Apintie voor het tv-programma In de Branding, gaf Ramautarsing gisteren een uiteenzetting van de factoren die de wisselkoers bepalen en wat er moet gebeuren om een lage wisselkoers voor ons land te realiseren.
Ramautarsing gaf aan dat de objectieve en de subjectieve economische verhoudingen de wisselkoers bepalen. “De objectieve verhouding is de relatie tussen dollars die we verdienen uit export en dollars die we uitgeven uit import.
Als dit goed in evenwicht is, is er een stabiele koers”, legt hij uit. In Suriname zijn de dollarinkomsten gedaald, terwijl de regering door is blijven importeren met als gevolg een druk op de koers. “De koers is dus omhoog gegaan, omdat we minder verdienden uit goud en olie, maar doorgegaan met importeren en uitgeven, ondanks dat we wisten dat dit de koers omhoog zou houden”, zei Ramautarsing. Om de koers omlaag te krijgen, moet de export verhoogd of de consumptie verlaagd worden. Alleen met meer export kan de koers omlaag gebracht worden. Hiervoor moet er harder gewerkt en meer geproduceerd worden.
Andere factoren die de koers hoog houden, zijn de subjectieve factoren die te maken hebben met het vertrouwen in de regering ‘’dat het morgen beter gaat’’. Volgens Ramautarsing bepalen de subjectieve factoren nu de koers in Suriname, omdat het vertrouwen dat het morgen beter gaat, niet aanwezig is bij het volk. Hoewel de koers hoog is, is het de regering gelukt die stabiel te houden op ongeveer 7.5 US-dollar. Over deze stabiliteit zegt Ramautarsing, dat het geen verdiende, maar een geleende is.
“Staatsolie heeft geleend op de internationale markt en de regering heeft een cadeautje gehad van 338 miljoen US-dollar, vandaar dat de koers stabiel is gebleven. Dit is niet op basis van verdiensten. Het is fragiel”, stelt de econoom. Het zal hem daarom niet verwonderen als de koers boven de SRD 8 komt, omdat wij onvoldoende doen om onze productiecapaciteit te verhogen. ‘’Welke projecten zijn er opgestart om ons land meer dollars te laten verdienen het komend jaar?’’, vraagt Ramautarsing retorisch.
Een andere zorgpunt is volgens hem de begroting. De overheid geeft veel meer uit dan het verdient. Er wordt geld geleend om salarissen en subsidies te betalen. Aan de andere kant komen projecten die de productie moeten stimuleren in handen van de overheid. “Elke economische ontwikkeling van een land is gebaseerd op particuliere productie. We zijn geen com land dat de overheid alles moet doen. Meer dan de helft afhankelijk van overheidssalaris. Het is niet goed. Het beleid moet anders gevoerd worden”, aldus Ramautarsing tegenover Aptintie.