De overheid heeft vlak voor de feestdagen brandstof geleverd aan het binnenland. De hoeveelheid brandstof is genoeg om de feestdagen door te brengen. Het is geen nieuws meer dat de binnenlandbewoners maanden zonder stroom zitten. En wanneer de brandstof wel wordt geleverd, is dat voor een korte periode. De regering had vorig jaar aangekondigd dat de subsidie voor brandstof aan dorpen in het binnenland in het eerste kwartaal van 2018 afgebouwd zou worden. Dit houdt in dat de bewoners zelf hun brandstof zullen moeten aanschaffen. Echter zijn er geen alternatieven geboden hoe dit op te lossen. De grote dorpen kunnen zichzelf brandstof permitteren, maar de kleine dorpen niet. Een vat brandstof is heel erg duur en is maar enkele dagen bruikbaar. Welke regering laat een deel van het volk maanden in het donker zitten, terwijl zij beloofd had op tijd brandstof te leveren. Maar als de verkiezingen naderen, worden de dorpelingen niet vergeten, dan hebben zij elke dag stroom, want zij moeten hun stem kunnen uitbrengen. Het is triest dat een deel van de samenleving steeds moet bedelen voor iets waar zij recht op heeft. Hoewel de dorpen hebben aangegeven geen moeite te hebben met het zelf betalen voor brandstof, moet er vooral gekeken worden naar de kleine dorpen die dat niet kunnen. Volgens de ontwerpbegroting van Natuurlijke Hulpbronnen, worden ongeveer 129 dorpen van brandstof en smeermiddelen voorzien, terwijl vijf dorpen al 1×24 uur elektriciteit hebben. Hiervan is nagenoeg niets te merken. De subsidie is in zekere mate afgebouwd, omdat het bedrag voor brandstof voor het binnenland op de begroting sterk is teruggebracht. De situatie zal ook het komende jaar niet verbeteren, omdat in de begroting niets is veranderd. Toch zal er zoals wij de politiek kennen, brandstof geleverd worden om stemmen voor de verkiezingen te winnen. Wij hopen dan dat het binnenland een gepast antwoord heeft.