De regering heeft het voornemen om wijzigingen te brengen in het kiesstelsel. De wijzigingen zullen bij de verkiezingen van 2020 worden doorgevoerd. Het gaat in dezen om het verkiezingssysteem van ressortraden (grondwet), de pre-electorale samenwerking (kiesregeling) en de 1 procentregeling (Decreet Politieke Organisaties). Jurist Hugo Essed zegt desgevraagd, dat voor het wijzigen van ons kiesstelsel, twee derde meerderheid nodig is in het parlement. Hij verwijst in dit kader naar artikel 60 van de grondwet, dat als volgt luidt:
‘Alles wat verder het kiesrecht betreft, de instelling van een onafhankelijk kiesbureau en zijn bevoegdheden, de indeling van Suriname in kiesdistricten, de verdeling van de zetels van De Nationale Assemblee per kiesdistrict en de methoden, volgens welke de regeling van de zeteltoewijzing plaatsvindt, worden geregeld bij wet. Deze wet dient met 2/3 meerderheid te worden aangenomen.’
Essed benadrukt dat het zowel vanuit de semantiek als de grammatica duidelijk is dat twee derde meerderheid nodig is voor het wijzigen van onze kiesstelsel. Hij vertelt dat uit historisch oogpunt en gelet op de bedoeling van de grondwetgever, dit ook duidelijk is.
Jules Wijdenbosch, voorzitter van de Commissie Evaluatie Kiesstelsel, heeft gisteren op een persconferentie zijn verbazing uitgesproken over de manier waarop politieke partijen hebben gereageerd op de wijziging van het kiesstelsel, die al wordt doorgevoerd bij de aanstaande verkiezingen.
Volgens hem kunnen de wijzigingen met de gewone meerderheid doorgevoerd worden. Essed geeft aan dat alleen bij het Decreet Politieke Organisaties de gewone meerderheid vereist is.
Volgens Essed is het juridisch en staatsrechtelijk mogelijk om niet alleen de kiesregeling, maar ook de grondwet van ons land te wijzigen. Hiervoor is wel twee derde meerderheid vereist. Verschillende politieke partijen vinden dat de wijzigingen niet voor de verkiezingen van 2020 moeten gelden, maar voor die van 2025. Essed zegt dat in de wet nergens staat, dat wijzigingen aangebracht aan het kiesstelsel, niet bij de eerstvolgende verkiezingen mogen ingaan. Volgens hem is het juridisch gezien legitiem als de regering de wijzigingen bij de komende verkiezing doorvoert.
De jurist merkt op dat er slechts over drie zaken wordt gesproken die men wil wijzigen. Volgens hem wordt er geen aandacht besteed aan het grootste knelpunt, waarover alle politieke partijen klagen, namelijk de onevenredigheid van ons kiesstelsel. Onze kiesstelsel eist in bepaalde districten slechts enkele honderden stemmen voor één zetel en in andere duizenden voor één zetel. Essed hoopt dat tijdens de behandeling van de drie wijzigingen, het parlement het grootste knelpunt, de onevenredigheid van ons kiesstelsel, alsnog op de agenda plaatst.
door Johannes Damodar Patak