Veel jongeren met een beperking worden verwezen naar het speciaal onderwijs, terwijl zij wel onderwijs kunnen volgen op een gewone school. Weer anderen krijgen om verschillende redenen geen kans om zich te scholen. Kinderen met een beperking kunnen in veel gevallen terecht in het regulier onderwijs als de juiste omkadering geboden wordt. Inclusief onderwijs, zoals dit genoemd wordt, is mogelijk, maar moet goed voorbereid worden. Alle partijen waren het hier unaniem over eens op de discussieavond van de jongerenorganisatie Ispeak. De discussieavond werd ge-houden in het kader van de herdenking van de Internationale Dag voor Mensen met een Beperking.
De discussie werd afgelopen zondag in de Congreshal georganiseerd in samenwerking met Stichting Wan Okasi en stond in het teken van onderwijs. Volgens Aniel Koendjbiharie, voorzitter van de stichting, moet inclusief onderwijs uitgevoerd worden, omdat dit ook in het VN-verdrag staat. Het invoeren van inclusief onderwijs is uitvoerbaar, maar behelst volgens Koendjbiharie wel een heel traject. Voor het geven van dergelijk onderwijs moeten er een aantal zaken in orde gemaakt worden. Een daarvan is het kleiner maken van de klassen, omdat het leerkrachten niet zal lukken om een grote groep te begeleiden als er ook enkele kinderen met een beperking zijn.
Onder andere de minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting, Christien Polak, assembleevoorzitter Jennifer Geerlings-Simons en DOE-voorzitter Steven Alfaisi, hebben de discussieavond bijgewoond. Geerlings-Simons gaf aan dat niet voor elk kind ge-woon onderwijs geschikt is. Voor deze groep moeten er aparte voorzieningen ge-troffen worden. “Het streven is om zoveel mogelijk inclusief onderwijs te hebben. Een kind dat niet ziet, moet ook op school beschermd worden. Het is niet alleen een kwestie van het onderwijs. De school is een so-ciale gemeenschap, maar sociale gemeenschap is niet altijd gezellig. Kinderen worden gepest. Er is onbegrip voor dingen. Deze kinderen moeten meer begrip vinden bij hun medeleerlingen en de kans krijgen zich te ontwikkelen”, zei Geer-lings-Simons. Op basis hiervan stelde ze dat inclusief onderwijs er moet ko-men, maar dat er meer bewustwording moet komen van hoe er gekeken wordt naar deze groep.
Vooral leerkrachten moeten omgeschoold worden zodat zij om kunnen gaan met kinderen die speciale behoeften hebben. De schoolgebouwen moeten eventueel aangepast worden. Alfaisi zegt dat inclusief onderwijs niet los staat van het integraal onderwijs. Er zijn volgens hem voldoende voorbeelden voor integratie, maar dit moet opgenomen zijn in de visie van het on-derwijs in het algemeen. Een belangrijk voorstel dat naar voren kwam tijdens de discussieavond, is het draaien van een pilotproject voor inclusief onderwijs op een paar scholen op alle niveaus. In dit proces moeten desbetreffende scholen toegankelijk gemakt worden voor kinderen met een beperking, terwijl leerkrachten bijgeschoold moeten worden in het omgaan met mensen met een beperking.
Koendjbiharie vindt het een goed voorstel, maar zei dat vooral lectuur en hulpmiddelen, zoals transport, in orde gemaakt moeten worden. Daarnaast moet er ge-werkt worden aan voorlichting voor ouders en leerkrachten. “Tijdens de pilot zullen de kinderziektes ontdekt worden. Als we het goed onder de knie hebben, kunnen andere scholen in het traject komen”, zei Koendjbiharie. Bekeken moet worden als er gekozen zal worden voor volledig inclusief onderwijs, waarbij alle kinderen met een beperking in het regulier onderwijs terechtkomen of als er eerst gestart zal worden met de groep die direct geïntegreerd kan worden. Hoewel de op-komst niet groot was, is de avond succesvol geweest. Koendjbiharie zei dat het niet om de opkomst gaat, maar om het resultaat.
door Priscilla Kia