Er is voor de regering Bouterse geen houden meer aan sinds ze aan een deel van haar werkers een 25 procent loonsverhoging heeft toegezegd en nu blijkt al, dat ze niet in staat is die verhogingen met terugwerkende kracht uit te betalen.
Er is al om respijt gevraagd door Financiën om niet gelijk over te gaan tot betaling van de twk-tegoeden, omdat het geld gewoon niet voorhanden is. Maar de regering heeft niet slechts met de Centrale van Landsdienaren Organisaties, CLO, te maken.
Binnen de publieke sector zijn er nog andere bonden die separaat wensen te onderhandelen met de regering voor betere arbeidsvoorwaarden van hun leden.
En bij die onderhandelingen komen er tal van primaire en secundaire voorwaarden ter tafel waar de regering mee geconfronteerd wordt. De looneisen zijn niet gering na een verpaupering over de gehele linie en een geldontwaarding van meer dan 100 procent in de afgelopen acht jaar van regeringen onder leiding van Bouterse.
De doorsnee loontrekker heeft zijn loon door de devaluaties en uitblijvende inflatiecorrecties in de afgelopen vijf jaar, zien wegsmelten en zijn koopkracht aan diggelen zien gaan. Op tal van manieren heeft men moeten bezuinigen en zich beperkingen moeten opleggen. Maar er breekt een moment aan waarop de rek er voor de meesten helemaal uit is en men natuurlijk naar meer loon zal vragen. En met die looneisen wordt de overheid als grootste werkgever momenteel geconfronteerd. En terwijl ze weet dat ze geen noemenswaardige financiële speelruimte meer heeft, neemt ze toch aan de onderhandelingstafel met de vakbonden plaats en belooft looncorrecties die ze eigenlijk niet kan voldoen en zeker niet in een twk-vorm. Het is dan ook niet vreemd dat wanneer puntje bij paaltje komt, hetgeen wat afgesproken en toegezegd is, te laat of helemaal niet plaatsvindt. Als er dan grote stakingen uitbreken, komt er wel geld vrij, maar dan krijgen anderen uit een andere sector die maand geen geld. Wat zich al maanden voltrekt, is niets anders dan ad hoc beleid dat ook werd gevoerd tussen 1980-1987 en gedurende de regering van Wijdenbosch 1996-2000.
Waar men toen tot overmaat van ramp toe overging, was de inflatoire financiering van het overheidstekort. De geldschepping toentertijd bracht de ‘double digits’ achter de coupures van de Surinaamse gulden en maakte onze munt grotendeel waardeloos. Hoe Financiën de enorme financiële tekorten die zich thans manifesteren zal dekken, is en blijft voor ons een groot vraagteken. Nog zwaardere fiscale maatregelen zullen zeker ontaarden in sociale onrust. Het is dan ook zeer begrijpelijk dat de regering Bouterse II niet durft de Belasting op de Toegevoegde Waarde, BTW, nu op dit volk los te laten. Maar let wel, lezers van Keerpunt, als de NDP de verkiezingen van 2020 weer mocht winnen, wordt die BTW zeker nog doorgevoerd, omdat anders de zaak helemaal klem loopt.
De aangekondigde Rij- en voertuigenbelasting zal de loontrekker zeker weer een stuk armer maken, al beweert men vanwege de regering anders.
Maar om terug te komen op de looneisen en de toezeggingen van de regering, weten wij nu reeds zeker dat er problemen komen wanneer de verhogingen moeten worden uitbetaald, omdat de regering gewoon zeer onvoldoende inkomsten heeft om al die meerkosten in de vorm van lonen uit te betalen. Dus al die ambtenaren die thans met een kluitje in het riet gestuurd worden, komen zeker nog voor zeer onaangename verrassingen te staan in de komende maanden.