Bij de behandeling van de jaarlijkse begroting die onderdeel is van het meerjaren ontwikkelingsplan, komt het nogal eens voor dat regeringen afwijken van dit plan, hoewel het bij wet is vastgesteld. In gesprek met De West, zegt de bestuurskundige August Boldewijn, dat het meerjaren ontwikkelingsplan, een langetermijnontwikkelingsplan is voor het land dat ongeacht de regering die aanzit, uitgevoerd moet worden. Boldewijn legt uit dat het meerjarenontwikkelingsplan onderdeel is van een drietal documenten welke opgenomen zijn in artikel 156 van de grondwet, waaronder ook de comptabiliteitswet en de wet op de begroting voor alle ministeries.
Het nieuwe ontwikkelingsplan voor Suriname, dat aangenomen is door het parlement, duurt van 2017-2021. “Het meerjarenontwikkelingsplan wordt over een periode van vijf jaar uitgestippeld en wordt goedgekeurd door het parlement”, legt Boldewijn uit. Elke regering dient zich te houden aan dit plan, ongeacht de periode waarin de regering aantreedt. Zowel in het geval van vervroegde verkiezingen als bij het aantreden van een nieuwe regering in 2020, zal het plan gevolgd moeten worden totdat het bij wet is gewijzigd door een nieuwe regering.
Bij het opstellen van een nieuw plan door een nieuwe regering, kunnen bestaande plannen worden overgenomen. Boldewijn benadrukt dat de begrotingsbehandeling de financiële vertaling van het ontwikkelingsbeleid is en daarom in overeenstemming moet zijn met het ontwikkelingsplan. Uit de jaarlijkse jaarrede van de president moet deze relatie ook enigszins te merken zijn. ‘’Indien dat niet het geval is, zit de regering scheef’’, merkt hij op.
door Priscilla Kia