Importeurs en exporteurs zijn volgens Bryan Renten, voorzitter van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), met hogere instapkosten (load fee) geconfronteerd, omdat de vaargeul van de Surinamerivier aan het dichtslibben is. Grote schepen zijn daardoor genoodzaakt eerst Trinidad of Guyana aan te doen om een deel van hun lading te lossen, pas daarna doen ze Suriname aan. Vanuit de regering is nog niet vernomen wanneer de Surinamerivier wordt uitgebaggerd. Renten vertelt dat de VSB op zeer korte termijn weer contact zal maken met de overheid om na te gaan in welke stadium het project is.
Doordat de schepen eerst Trinidad en Guyana aandoen, komen de goederen later aan in ons land en lopen de kosten ook op. Volgens de minister van Handel, Industrie en Toerisme Stephen Tsang, zal het uitbaggeren van de Surinamerivier US-dollar 145 miljoen kosten, maar de VSB geeft aan dat dit al kan geschieden voor US-dollar 30 miljoen. Een verschil van US-dollar 115 miljoen. Een Nederlands bedrijf is momenteel dichtbij Brazilië bezig en heeft alle equipment ter plaatse, waardoor het uitbaggeren ons land minder kost. Het bedrijf heeft al eerder in Suriname gewerkt en verricht momenteel in Frans- Guyana en Brazilië werkzaamheden.
De VSB stelt dat het bedrijf snel kan mobiliseren indien de overheid akkoord gaat met het voorstel. Al het equipment, zoals de baggermolen, bevindt zich in Zuid- Amerika waardoor het uitbaggeren op korte termijn kan plaatsvinden. De vaargeul is aan het dichtslibben doordat de bauxietschepen niet meer varen. Door het continu varen van deze schepen werd de vaargeul opengehouden. De VSB benadrukt dat ze al enkele jaren de overheid gewezen heeft op het belang van het uitbaggeren van de Surinamerivier. Indien die niet snel uitgebaggerd wordt, kan onze economie volgens hem ontwricht raken. De VSB denkt in dit kader aan de importen en de exporten.
door Johannes Damodar Patak