Met de ratificatie van het Parijs-Akkoord geven landen een politieke boodschap aan de wereld om bij te dragen aan het terugdringen van de opwarming van de aarde. Velen juichen daarom de ratificatie van het akkoord toe, maar volgens VHP-parlementariër Riad Nurmohamed, heeft de regering een ander doel, zij wil hiermee aangeven dat Suriname niet verantwoordelijk is voor de gevolgen van klimaatverandering in ons land.
Nurmohamed wijst erop dat bijvoorbeeld juist het handelen van andere landen, zorgt voor de zeespiegelstijging, droogte en overstromingen in ons land. Met de ratificatie van het Parijs-Akkoord zijn er mogelijkheden voor Suriname om ondersteuning te krijgen voor milieuaspecten, maar Nurmohamed zegt te merken dat de regering het verdrag niet serieus genoeg neemt. Zo is het van belang dat de president de klimaatconferenties bijwoont, maar tot nog toe is dit niet gebeurd.
Volgens Nurmohamed moeten er ook een aantal zaken in orde gemaakt worden, alvorens we in aanmerking kunnen komen voor fondsen om milieuprojecten uit te voeren. Suriname zou ook projecten kunnen indienen bij het Green Climate Fund. “Maar we kunnen niet zelfstandig projecten schrijven zonder de hulp van buitenlandse experts in te roepen. In de tijd dat we zo een project af hebben, is die mogelijkheid er niet meer”, benadrukt Nurmohamed.
Verder wijst hij er ook op dat, Suriname in de top 5 van corruptieve landen van het Caraïbisch gebied staat, waardoor we moeilijk fondsen zullen krijgen. Nurmohamed zegt dat corruptie buitenlandse organisaties ervan kan weerhouden om fondsen beschikbaar te stellen. Hij wijst erop dat ons buurland, Guyana, op eigen initiatief naar fondsen is gaan zoeken, maar niet in aanmerking kwam, omdat ze de capaciteit niet heeft om projecten te schrijven en ook in de top 5 van corruptieve landen staat.
Het zijn volgens het assembleelid dezelfde problemen die Suriname heeft, echter wil de regering deze problemen niet bespreekbaar maken. “Het Parijs-Akkoord is wel belangrijk voor de regering, maar zij neemt het niet serieus genoeg”. Dat is volgens hem terug te zien in het feit dat de overheid nog steeds illegale houtkap en mijnbouw toestaat en ook niets doet aan mensen die jagen op beschermde diersoorten.
Nurmohamed is van mening dat NGO’s en het bedrijfsleven nu het voortouw moeten nemen om de projecten voor milieuaspecten in te dienen. “Ze zijn betrouwbaarder, de regering heeft reeds gezorgd voor een slechte imago”, aldus Nurmohamed.

door Richelle Mac-Nack