Het staatsbezoek van de Indiase president Ram Nath Kovind is gisteren met een persconferentie op onze Johan Adolf Pengel luchthaven afgerond. Tijdens het bezoek van de Indiase president werd een aantal steuntoezeggingen aan ons land door het Indiase staatshoofd gedaan. De Surinaamse regering heeft verklaard zeer ingenomen te zijn met het hoge bezoek van de Indiase president. Velen zijn verheugd dat ons kleine land uitverkoren werd voor een dergelijk hoog bezoek. Er werd voor miljoenen aan projecthulp aan ons land toegezegd en het is ook de bedoeling dat er een kredietlijn zal worden verstrekt waar Suriname zeker voordeel van zal kunnen hebben. Maar zeer weinigen hebben zich afgevraag vanwaar deze enorme en grootse belangstelling plotskaps vanwege de hoogstge organen uit het Indiase bestuur. Wat heeft de Indiase regering ertoe gebracht het staatshoofd zover te krijgen Suriname te bezoeken? Het heeft naar onze mening niet veel te maken met de voorkeur die New Delhi heeft voor de regering Bouterse en het door haar tot nog toe gevoerde beleid. Tussen de regels door hebben enkelingen wel kunnen lezen dat Suriname, India zal ondersteunen in zijn streven het zesde permanente lid te worden van de VN Veiligheidsraad. Binnen de Verenigde Naties (VN) werkt men al geruime tijd aan het verbreden van het aantal leden binnen de Veiligheidsraad waar tot nog toe slechts de Verenigde Staten van Amerika, Frankrijk, China, het Verenigd Koninkrijk en Rusland de permanente leden zijn die tevens een vetorecht bij belangrijke beslissingen in de portefeuille hebben. De niet-permanente leden rouleren om een vastgestelde termijn en maken plaats voor andere lidlanden van dit wereldorgaan. Bij de geplande uitbreiding van het aantal permanente leden van de VN, hebben Duitsland, India, Japan en Brazilië te kennen gegeven die positie te willen innemen. Om die zetel binnen de Veiligheidsraad te kunnen bemachtigen, moet elk van de kandidaten zoveel mogelijk steun zien te vinden van de lidlanden van de VN. En als die steun heeft geresulteerd in een overwinning van een van de voormelde landen, kan de toetreding slechts succesvol zijn als alle permante leden van de Veiligheidsraad daarmee instemmen. Als slechts een lid van de Veiligheidsraad gaat dwarsliggen, gaat de toetreding niet door. India heeft er dan ook veel voor over om genoeg lidlanden van de VN achter zich te krijgen. Suriname heeft op 30 april 2017 al de toezegging aan India gedaan het te steunen. Nu rijst onmiddellijk de vraag of onze zuiderbuur, het grote Brazilië, zonder slag of stoot de steun aan een land dat 14.000 kilometer van ons land ligt, zal accepteren. De Braziliaanse regering zal daarom ook alle zeilen bij zetten om de definitieve steun van Suriname aan India voor een permanente zetel binnen de VN Veiligheidsraad, een andere wending te geven. Een wending die zeker in het voordeel van Brasilia zal moeten uitpakken. Keerpunt vermoedt dat het recente bezoek van president Bouterse aan Brazilië die zoals bekend grondwettelijk het laatste woord heeft bij de vaststelling van het buitenlandse beleid van ons land, alles te maken had met de wedijver van de voormelde landen Duitsland, Brazilië, India en Japan om de zetel als permanent lid van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties te bemachtigen. Het moet duidelijk zijn, dat deze landen thans hevig aan het lobbyen zijn bij lidlanden om hun steun en dat de kandidaten zeker tot verschillende vormen van ontwikkelingshulp bereid zullen zijn om die steun veilig te stellen. Keerpunt denkt ook dat het bezoek van de Indiase president Kovind aan Cuba in dat kader moet worden gezien. De regering Bouterse dient daarom heel goed na te gaan wat in geopolitieke zin haalbaar is en dat ze niet de fout begaat op het verkeerde paard te wedden. Een verzuurde relatie met de grote broer Brazilië zal ons in de toekomst zeker geen voordeel opleveren. In de komende tijd zal het politiek lobbyen vanuit Brasilia en New Delhi niet afnemen en zal de regering Bouterse verder onder druk worden gezet door de twee staten. Daarbij dient ze het uiteindelijke belang van dit land voorop te stellen. Keerpunt is van mening dat Suriname zich thans in een sandwich positie heeft gemanoeuvreerd door het vorige jaar op 30 april al steun te hebben toegezegd aan het grote India, maar ze dient er ook rekening mee te houden dat het nog altijd beter is een goede buur te koesteren dan een heel verre vriend.