Veesector heeft behoefte aan import karbouwen

De veesector heeft wederom behoefte aan de import van karbouwen (waterbuffels), oftewel ‘watra kaw’, zoals die in de volksmond genoemd worden. De veehouders willen hun weilanden maximaal benutten. Deze weilanden die over het algemeen zwampgebieden zijn, staan meestal voor 5 à 6 hectare onder water, waardoor het moeilijk wordt om de weilanden te benutten. Volgens Mukesh Ramlagan, voorzitter van de Veehoudersbond, zijn de Surinaamse koeien in tegenstelling tot de karbouwen, niet bestand tegen het grazen in zwampgebieden, omdat ze vast kunnen komen te zitten.
Karbouwen zijn gebonden aan waterrijke plaatsen. Met de import van de karbouwen zal het mogelijk worden dat de weilanden van veehouders volledig benut worden. Ruim vijftig jaar terug werden karbouwen geïmporteerd naar Suriname als melk- en slachtvee. Echter werd dit ras door interne problemen, die Ramlagan niet wenst te bespreken, verwaarloosd.
Het nadeel is dat er geen uitbreiding van de karbouwen plaats heeft kunnen vinden. Er zijn hierdoor nog heel weinig karbouwen in Suriname.
Behalve dat veehouders hun weilanden volledig kunnen benutten, is er weinig extra voeding nodig voor de karbouwen, omdat zij meer van gras leven. Ramlagan geeft aan dat dit rund uitsluitend geschikt is voor tropische landen. Een voordeel is ook dat de karbouwen niet bekend zijn met koeienziektes. Daarnaast bieden de karbouwen in tegenstelling tot de koeien, meer voordelen aan de melk- en slachtveesector in Suriname. Zo kan het vlees van dit rund gegeten worden. De huid, die grondstof levert voor leer, kan volgens Ramlagan ook geëxporteerd worden. De melk van de karbouw kan gedronken worden en heeft een vetgehalte van 8 procent. De Melkcentrale Paramaribo verwerkt slechts 3 procent in haar producten, maar de andere 5 procent kan gebruikt worden door andere vetverwerkingsbedrijven.
Volgens Ramlagan heeft de Veehoudersbond reeds onderhandelingen gevoerd met de ex-minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), Soeresh Algoe, over de import van de karbouwen, maar het ministerie zat nog met het financiële vraagstuk. Hij geeft aan dat veehouders meer garantie hebben als de import door LVV geschiedt, omdat veehouders dan rechtstreeks bij LVV kunnen kopen. India is volgens Ramlagan het ideale land voor de import. “Dit land bezit veel karbouwen, terwijl de band met Suriname heel goed is. Het voorstel moet nog besproken worden met de nieuwe minister van LVV”, aldus Ramlagan.

-door Priscilla Kia-

More
articles